-9-
practisch misschien wel mogelijk zal kunnen zijn.Eventueel zal schadeloos
stelling moeten volgen.
De heer Sjoerdsma merkt op, dat appellanten er niet mee accoord kunnen gaan,
dat ze land van hun buurman toegewezen krijgen.
De Voorzitter antwoordt, dat inderdaad deze oplossing is verondersteld door
middel van verkaveling,hoewel dit door Burgemeester en Wethouders niet ideaal
wordt genoemd. Men moet deze zaak overigens meer algemeen zien en niet al te
persoonlijk.
De heer van den Berg vindt de uitspraak van de Voorzitter ten aanzien van
de motivering van bezwaren, de omgekeerde wereld. Burgemeester en Wethouders
hebben de bezwaren van andere appellanten wel onderzocht. Op grond van recente
inlichtingen van de Provinciale Griffie blijft hij bij zijn mening, dat het
plan van modderberging niet van de baan is.
De heer Wartena vraagt, of de Birdkrite alleen bereikbaar kan worden worden
gemaakt langs een dam door de Galle. Voorts oppert hij de mogelijkheid van
splitsing van het voorstel in: jachthaven en recreatieoord.
De Voorzitter antwoordt, dat bezwaren, die reëel waren en vast stonden, door
Burgemeester en 'Wethouders moesten worden onderzocht om tot een oplossing te
komen. Met die appellanten heeft het college overleg gepleegd.
Voor de ontsluiting van de Bird zal het maken van een dam in de Galle inder
daad noodzakelijk zijn. Verder acht spreker splitsing van het plan niet nodig,
omdat het een principe-besluit betreft.
De heer Miedema vestigt er nog de aandacht op, dat bij de totstandkoming
van het Birdplan de mogelijkheid wordt geopend voor de aanleg van waterleiding
in die gebieden.
Hierna wordt het voorstel, in stemming gebracht, aangenomen met 7 tegen
5 stemmen. Tegen stemmen de heren van den Berg, Dantuma, van de L§geweg,
van der Hem en Hondema.
Rondvraag
De heer Bjoerdsma vraagt, wanneer met de werkzaamheden voor de steiger
in het Pikmeer zal worden aangevangen. Het is nu nog sterk ijs en dus een
geschikte tijd.
be Voorzitter zegt, dat zodra gecreosoteerde palen te krijgen zijn, met
het werk wordt begonnen.
Op een vraag van de heer Miedema antwoordt de Voorzitter, dat onbewoonbaar
verklaarde woningen niet meer door kleine vertimmeringen mogen worden opge
knapt. De huurverhoging is op deze woningen niet van toepassing.
Hierna sluiting.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
29 Maart 1954.
Voorzitter.
Secretaris.