-3-
zijn gehouden, waarvan één V.V.V.-kermis. Dit jaar werd opnieuw een zodanig
verzoek ingediend. Het College heeft zich toen op het standpunt gesteld, dat
dit teveel van het goede was. Ook Burgemeester en Wethouders zijn geen voor
standers van kermissen. Men dient echter rekening te houden met de situatie
zoals die is gegroeid. Spreker noemt het reeds een stap vooruit, dat geen
drie kermissen meer voorkomen.
Wat de Zondag betreft, werd voorheen steeds het standpunt van de Zondags
wet gehuldigd, d.w.z. dat tijdens de kerkdiensten de kermis gesloten was. Het
gaat niet op als gemeentebestuur een eigen visie aan de bevolking cp te leggen.
Een winkelweek acht Spreker wel belangrijk, al ligt het organiseren hier
van niet op de weg van het gemeentebestuur. Of het voorstel niet in het belang
van het vreemdelingenverkeer is betwijfelt Spreker. De Grouwster middenstand
was in elk geval voorstander. Inderdaad kost het houden van evenementen als
de Princenhoftocht veel geld.
Wat de opmerking van de heer Wartena over de data betreft, dit gaat bui
ten het gemeentebestuur om.
Het te verstrekken subsidie moet men zien als tot wederopzegging, omdat
het ieder jaar bij de behandeling van de begroting opnieuw wordt bekeken.
V/ijziging van het voorstel, zoals de heer. Hcndema meent, acht Spreker dan
ook overbodig.
Spreker is het met de heer van den Berg eens, dat de kermissen langzamerhand
verlopen. Ligt het echter wel op de weg van de raad deze af te schaffen?
Het is traditie, dat vele oud Grouwsters deze dagen naar Grouw komen.
De heer van den Berg heeft met belangstelling het betoog van de voorzit
ter gevolgd, gedeeltelijk met instemming. Spreker wil graag aan het voorstel
/it op langere zijn medewerking verlenen. Hij huivert er échter voor/een jaar te verlenen
termijn te
doen.Spreker
stelt voor,
dit subsidie
voor
en dit volgend jaar opnieuw te bezien. De organisatoren kunnen dan de tijd
nemen voor iets anders.
De heer Sjoerdsma is het niet met de heer van den Berg eens. De Verenif
ging voor Vreemdelingenverkeer meet ieder jaar op vaste data kunnen rekenen.
V/at het verlenen van het subsidie voor één jaar betreft kan de heer
Hondema met de Jjieer van den Berg meegaan. De voorbereiding van dergelijke
feesten vordert echter veel tijd, zodat men nu dient te weten, waarop men
volgend ja.ar kan rekenen. Spreker beklemtoont nogmaals, dat hij
een voorstander is van het verlenen van subsidie. Hij vraagt zich echter af,
wat moet gebeuren, indien de opbrengst van de kermis tegenvalt.
De heer Dantuma bespreekt nogmaals de principiële kant van de zaak. Ook
de Zondagswet is door mensen gemaakt. Alleen Gods woord is voor hem bepalend.
De voorzitter zegt wel, dat het niet op de weg der Gemeente ligt de kermis
sen af te schaffen. Men komt nu echter wel met een voorstel voor een V.V.V.-
kermis. Spreker heeft persoonlijk de gedachte gekregen dat de middenstand
er niet voor was. "Is het College van Burgemeester en Wethouders dan door
V.V.V. voor het ^arretje gespannen", aldus Spreker.
De heer van de Lageweg vraagt of het niet mogelijk is alsnog een winkel
week inplaats van een kermis te houden.
De heer Sjoerdsma merkt op, dat het hier toch geen voorstel betreft om
een kermis in te voeren maar alleen om te verplaatsen.
De heer van der Hem vraagt of de herfstkermis ook op Zondag werd ge
houden.
De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer van den Berg, aldus Spreker
wil het voorstel een jaar aanzien. Practisch komt het hier tbch op neer,omdat
het subsidie bij het behandelen van de begroting opnieuw ter sprake komt.
De Vereniging voor Vre.sudelingenverkeer dient echter enige mate van handelen
te hebben i.v.m. de plannen voor het komende jaar. De opbrengst van de ViV.V.-
-kermis-