van het verlof als bedoeld in artikel 7>verhoogd naar gelang zijn leeftijd toeneemt, onverminderd hetgeen dienaangaande in de overige artikelen is bepaald. 2.Het salaris van een ambtenaar, die de hoedanigheid van volwassene verkrijgt, wordt vastgesteld op het minimum-bedrag van de op zijn ambt betrekking hebben de salarisschaal. 3»Het salaris van een volwassenedat daarvoor in aanmerking komt, wordt verhoogd op de wijze, als in de betreffende schaal is aangegeven, naar gelang van de ingevolge de artikelen 5>6,7>9 en/of 10 van deze verordening verworven dan wel toegekende salaris-ancienniteit. Art. 5 Bij voldoende bekwaamheid,geschiktheid en dienstijver verwerft de niet-vol- wassene, bij het verkrijgen van de hoedanigheid van volwassene wiens salaris in een jaarbedrag is uitgedrukt, een salaris-ancienniteit, gelijk aan het, naar boven tot een volle maand afgeronde, vierde deel van de tijd, gedurende welke hij als niet-volwassene van tenminste 18-jarige leeftijd ingevolge deze verordening is gesalarieerd. Art.6 Bij voldoende bekwaamheid,geschiktheid en dienstijver verwerft de volwassene een salaris-ancienniteit, gelijk aan de tijd, gedurende welke hij als zodanig in het door hem beklede ambt is gesalarieerd, onverminderd de gevolgen van toepassing van hetgeen overigens met betrekking tot de salaris-ancienniteit in deze verordening is bepaald. Art. 7 De tijd, gedurende welke de ambtenaar krachtens wettelijk voorschrift verlof geniet ter vervulling van militaire of daarvoor in de plaats tredende dienst, wordt in aanmerking genomen voor de vaststelling van de salaris-ancienniteit, onverminderd hetgeen overigens dienaangaande in deze verordening is bepaald. Art.8 Een verhoging van het salaris gaat in met de eerste dag van de maand of de loou week, waarin overeenkomstig de overige bepalingen dezer verordening de aan spraak zal ontstaan. Art. 9 1.Bij buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver van de ambtenaar kunnen burgemeester en wethouders het salaris van een niet-volwassene, met inachtneming van het maximum van de voor hem geldende groep, stellen op een hoger bedrag dan hem overeenkomstig zijn leeftijd zou toekomen. 2. Om dezelfde reden en onder dezelfde voorwaarden kunnen zij de salaris- ancienniteit van een volwassene vaststellen op een groter tijdvak dan is aan gegeven in artikel 6. 3« Het bepaalde in het eerste en tweede lid kan slechts worden toegepast ten aanzien van een ambtenaar, die gedurende ten minste een jaar werkelijk dienst heeft gedaan in de door hem beklede functie. Art10 1. Indien Burgemeester en wethouders daartoe termen aanwezig achten, Kan bij aanstelling van een niet-volwassene worden bepaald, dat voor de vaststelling -en-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1954 | | pagina 7