en verhoging van het salaris zal worden afgeweken van zijn leeftijd.
2.Evenzo kan aan een volwassene bij aanstelling een door burgemeester en
wethouders vast te stellen salaris-aawienniteit worden toegekend.
3-In geval van overgang naar een ambtgerangschikt in dezelfde salarisschaal,
wordt,onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid,voor de vaststel
ling van de dalaris-ancienniteit in het nieuwe ambt mede rekening gehouden met
de in het verlaten ambt verworven salaris-ancienniteit
4.In geval van bevordering wordt de salaris-ancienniteitdoor toepassing van
het tweede lid,zodanig vastgesteld,dat het salaris in het nieuwe ambt ten
minste wordt bepaald op het bedrag van het salaris,dat de ambtenaar in het
verlaten ambt genootvermeerderd met één periodieke verhoging van de aan het
nieuwe ambt verbonden salarisschaal.
Art.11
1.Aan de mannelijke ambtenaar, die gehuwd of gehuwd geweest is en de 21-jarige
leeftijd heëft bereikt,vrordt een vaste huwelijkstoelage toegekend van f.23,50
per maand, met dien verstande, dat de som van het salaris en de huwelijks-'
toelage niet mag stijgen boven het maximum van de voor hem geldende salaris
schaal, en dat door de toekenning van de huwelijkstoelage de wedde nimmer meer
mag bedragen dan: f.263,50 per maand of f.3162,-- per jaar.
2.Het bepaalde in het vorige lid is mede van toepassing op de vrouwelijke
ambtenaar van ten minste 23 jaar, die gehuwd geweest is.
3-De huwelijkstoelage gaat in op de eerste dag van de maand waarin de aan
spraak ingevolge het eerste dan wel tweede lid is ontstaan.
4.De ambtenaar,die een ambt bekleedthetwelk naar het oordeel van burgemeester
en wethouders als nevenbetrekking is te beschouwen, heeft uit dien hoofde geen
aanspraak op de in dit artikel bedoelde toelage, tenzij hij meer dan één van
dergelijke ambten in dienst der gemeente bekleedt en hij daarin voortdurend
een volledige dagtaak vindt, in welk geval aanspraak op de huwelijkstoelage
bestaat in het ambt, waaraan het hoogste maximum-salaris is verbonden,indien
en voor zover de som der aan de ambten verbonden wedden, door de toekenning
van de huwelijkstoelage, niet meer bedraagt dan het aan het slot van het eer
ste lid aangegeven bedrag.
5.De ambtenaar, die twee of meer als nevenbetrekkingen te beschouwen ambten
m dienst van de overheid bekleedt, waaronder een of meer in dienst van deze
gemeente en inde gezamenlijke vervulling daarvan bij voortduring een volle
dige dagtaak vindt, heeft aanspraak op een gedeelte van de in het eerste lid
e oelde huwelijkstoelage, indien en voor zover de som der aan de ambten ver-
onden wedden, door de toekenning van de huwelijkstoelageniet meer bedraagt
dan het aan het slot van het eerste lid aangegeven bedrag.
detwfHH!r1je'WaarP/anSPraak bestaat' wordt brekend naar de verhouding van
vervult to't ^b°nben aan de amdten, die de ambtenaar in dienst der gemeente
rvulttot het totaal der wedden, die hij in overheidsdienst geniet.
ln d"TarUkel is slTChts toepassing voor de ambtenaar, wiens
salaris m bijlage A I is opgenomen.
Art.12.
Boven en behalve de wedde,krachtens de bepalingen dezer verordening toe te
naaredêgreiele^ebambtrnaa^'biiJ tijdelijke toelage.,kindertoelage
regelen bij afzonderl.-Ljka--verordening gesteld.