-2-
doen maken. Hij veronderstelt, dat het kostenverschilleen overwegend bezwaar
zal zijn.
De heer Sjoerdsma zegt, dat het voorstel hem niet geheel bevredigt. Hij
bekijkt deze zaak'uit een andere gezichtshoek dan de vorige sprekers. Hij zou
het voorstel gaarne zien gewijzigd in die zin,dat het gehele eerste gedeelte
van de Foudering werd gedempt en wel om de volgende redenen: ten eerste zou daar
door in de dringende behoefte aan bouwterrein kunnen worden voorzien en ten
tweede zal door demping van de Foudering een "stinksloot" verdwijnen, wat de
volksgezondheid zeer ten goede komt. Spreker herinnert er aan, dat er in de
gemeente nog veel te veel van dergelijke vaarten zijn, welke als vaarwater hun
betekenis hebben verloren en niets meer zijn dan een verzamelplaats van vuil en
afval. Men moet de gelegenheid om zulke vaarten te dempen, met beide handen aan
grijpen. Hij stelt daarom voor tot demping van de Foudering te besluiten.
De heer Dantuma merkt op, dat Burgemeester en Wethouders het plan van dem
ping van de Foudering hebben laten varen en thans voorstellen tot het bouwen van
een vaste brug te besluiten, een oplossing, welke naar zij zelf toegeven, ook nog
niet ideaal is te noemen. Spreker had gehoopt, dat, nu een andere oplossing dan
demping wordt gezocht, het college met een meer bevredigend plan, het maken van ee
beweegbare brug, was gekomen.
De heer Hondema zegt, dat deze kwestie in een vorige vergadering reeds van
verschillende zijden is belicht en geen nieuwe gezichtspunten naar voren zijn
gekomen. Hoewel er veel voor te zeggen valt dergelijke vaarten te dempen, moet
men toch ook rekening houden met de belangen van diverse veehouders en anderen.
In hoeverre het juist is, dat voor het hooivervoer dikwijls "buiten-om" wordt
gevaren langs de betere vaarweg, kan spreker niet beoordelen. In principe zou
hij het meest voor demping van de Foudering gevoelen, omdat bij voortdurende
vervuiling deze vaart in de toekomst schadelijk voor de volksgezondheid zal wor
den, en de gemeente deswege tot demping genoodzaakt zou kunnen worden.Ondanks dit
feit meent spreker om practische redenen voor het voorstel te moeten stemmen,om
dat hij met Burgemeester en Wethouders van mening is, dat de aangegeven oplossing
nog de beste is.
De heer Wartena meent, dat, indien Burgemeester en "Wethouders zich met de
hand op het hart zouden uitspreken, zij vóór demping van de Foudering zouden zijn
Spreker is in beginsel ook vóór demping van deze vaart, "Waar men in Warga echter
voor diverse bedrijven op het vervoer langs het water is aangewezen, vraagt hij,
of het niet mogelijk is een nieuwe vaarweg te scheppen door de tochtsloot naar
de boerderijen van 3.van der Ploeg en K.de Groot te verbreden en uit te diepen.
De heer van der Hem is geen voorstander van demping, omdat dit grote schade
voor verschillende veehoudersbedrijven ten gevolge zal hebben en voorts, omdat
de zeilsport van Warga gedupeerd zal worden. Indien het plan van de vaste brug
met een doorvaarthoogte van slechts 1.20 M wordt aangenomen, dan kan men de Fou
dering beter dempen, omdat dit vaarwater wegens de geringe doorvaarthoogte prac—
tisch onbruikbaar zal zijn voor vrachten van enige betekenis. Het varen langs de
andere route kost te veel tijd en tijd is geld.
De heer Vrieser.a, die in beginsel op het standpunt staat van demping van
de Foudering kan zich met het plan voor een vaste brug wel verenigen. Alleen
rijst bij hem de vraag, of de doorvaarthoogte niet iets kan worden opgevoerd. Aan
het bezwaar van de veehouder Deinum kan zijns inziens nog wel tegemoet gekomen
worden. Voor Joh.van der Mark blijft het hooivervoer echter een moeilijk probleem.
Burgemeester en Wethouders zullen voor deze appellant een schaderegeling- moeten
treffen en tot overeenstemming trachten te komen.
De heer Miedema merkt op, dat van alle van agrarische en van andere zijde
ingebrachte bezwaren meerdere zijn weerlegd en aan verschillende andere kan
-worden-