lii VikrÜ:1 "00kd- In 1947 t0S" ik na ">aaadaa z^Trïot loor
-7-
gemakkelijk valt, dat het pijn doet, nu ik uit dat alles moet uitbreken.
Idaarderadeel,Grouw,is voor mijn gezin en mij verleden tijd geworden. Ik
kan het nog niet vatten; zoveel jaren mochten we met het wel en wee van de
gemeente, van de bevolking meeleven. Die zeventien jaar zijn niet zonder meer
aan ons voorbijgegaan. Hier ben ik mijn ambtelijke loopbaan begonnen, mijn
vrouw en ik hebben hier ons gezin gevormd, hier werden onze kinderen geboren
en deden ze hun eerste schreden in de wereld. Hier beleefden we de emoties van
de bezetting grotendeels, hier hadden we te kampen met ziekte,waarbij we gro
te steun en warme belangstelling mochten ondervinden, waarvoor wij buitenge
woon dankbaar zijn en steeds zullen blijven. Hier ben ik in mijn ambt ge
groeid, hier heb ik op allerlei terrein mogen werken. Ik heb de gemeente zich
zien ontwikkelen, maar ik heb het gevoel,dat alles nog voortduurtdat we er
/nog als het warg7midden in zitten, dat het nog geen afgerond geheel is geworden.
Hi? is nog zoveel werk, dat ik nog graag had willen volbrengen. Hier ligt een
brok van ons leven, waarvan vele delen niet tot volledigheid kwamen en andere
het niet tot een synthese brachten, waartoe ze ook niet meer de kans zullen
krijgen want ze keren thans niet meer terug.
Het is ook daarom, U zult het kunnen begrijpen, dat een stemming als
var^de oudejaars-avond zich bij dit afscheid van me meester maakt, die me
onwillekeurig doet denken aan de regels van Greshof:
Zo groeit het jaar uit dagen,
Zo worden jaar aan jaar gerijd:
Verloren in de oneindigheid
Een eindeloze snoer van vragen.
doch blijft het niet alleen bij vragen; gelukkig zijn er ook beelden en
herinneringen,die voortleven en bij welk ik thans even mag blijven staan. Ik
moge dan met terugdenken aan de vele goede gedachtenwisselingen,die we hier
gezamenlijk hebben gehouden. In de openbare raadsvergaderingen en in de be
sprekingen die we na afloop daarvan hielden. Niet altijd waren we of waart het
dS/^g--Mar rr?in stonden de opposanten vaak scherp tegenover elkaar.
TT J debatten de persoon van de tegenstander in zijn waarde en
f,ls ®erli^e overtuiging. Dat is niet altijd zo een-
di„. ,,e zitten zo gemakkelijk vast in eigen ideeën en denkbeelden,waarop
-uH w u.ciiis.u^fc;j.aen,waarop
'7 - blJ een debat voortborduren. Bovendien is het menselijk, dat we altijd die
kom+ -T W6 jkheid het eerst en het gemakkelijkst zien, die overeen
on2?e ei£en wensen en ideeën. Daar grijpen we dan die werkeliikheid
kunnen TJ <*"1 T°°r de Sdaehtengang van Sïnen e"
van eli/I/V! onbevangen meer luisteren, hetgeen voor de juiste waardering
Er m ïïïoof iklnfatntTVa»r f? ê°ede b"aadslaei'>e Juiat noodzakelijk is.
nu geloof ik, dat U aan dat gevaar dikwijls bent ontkomen.en dat Uw ge-
ti^ennW^a™»^b" ftUigden aaa Jaiata waardering van eikaars opvat-
-rngen. Daarmee hield U de waardigheid van de Haad hoog en toonde U een stuk
heb "krtii1bi1zonTCmtlrU "aet'h0e mid datter harta Si"®- Meerdere malen
o bij zoncere gelegenheden er op mogen wijzen, hoe belangriik het
moet worden geacht, dat de gemeenteraden,als staande Aet dioMs^Sj dfte-
volkrng en dus het meest in haar aandacht, die als het ware voorposten ziin
nakerldanlocrabische instelling van ons land hun taak in deze verstaan. En
toord hebt Vdat2ti0doaiarnn h"" lk .bllite m0®en dat U metterdaad ge-
in D!!f!°0r"nJne ik U thans een woord van
OT1 ucicu, ïiiuge ut u tnans een woord van
bren£en* Ik voeg er slechts aan toe,dat U daarmee ook miin taak
teer gema.rkeli0k hebt gemaakt.Dat alles is ons wek ten goeü getomen Sver
ik ai k tok oÜ vergadering mocht presideren, heb ik in een korte toespraak,
k tO0n 00k de nadrak ted «al«Sd op de betekenis van de gemeenteraad,
-gewezen-
eens. .co In Irln cr t Maov.
1 1 PPn (1 O hfl I T»7