-3- rijksrangen als volgt worden gewijzigd: Ambt Salaris per jaar Aantal bedrag looptijd minimum maximum der periodieke verhogingen Typiste 1716,— 2316,— 5_ f.120,-- 1 jaarlijks Klerk 2844,— 3444,— 5 f.120,— Klerk A 3108,- 3708,- 5 f.120,— Adjunct-commies 3708,— 4308,— 5 f.120,— Adjunct-commies A 4308,— 4908," 5 f.120,— Commies 4728,- 5508,- 5 f.156,- Commies A 5208,- 5988,— 5 f.156,- Hoofdcommies 5688,— 6468, 5 f.156,- De systematische ophouw van vorenstaande normen wordt, zoals moge "blijken, enigszins verbroken bij de functies van klerk A en commies A, maar dit vormt naar onze mening geen bezwaar, omdat deze functies als specifieke tussenrangen zijn aan te merken. Conform het hiervoor vermelde, door de Minister ingenomen stand punt zal het salaris van de directeur van gemeentewerken in maximum kun nen worden bepaald op JO/0 van f.8400,-- - f.252,- f.7308,-, terwijl het minimum kan worden gesteld op f.6528, Bij de waardering van de functies van assistent-directeur van gemeentewerken en van directeur van de sociale dienst, waarvoor eenzelfde maximumsalaris van f.5244sgeldt, heeft indertijd de gedachte voorge- zaten,dat het dalaris van deze functionarissen enigszins boven dat van de GO$mies behoorde uit te gaan. Teneinde te voorkomen, dat de bestaande ver-j houding wordt scheefgetrokken, ware als maximumnorm voor deze functies een bedrag van f.5652,aan te houden. Aldus handelende komt het salaris van de assistent-directeur enigszins hoger te liggen dan dat van een technisch ambtenaar bij het rijk, welke waardering naar onze mening zeer zeker de toets der critiek kan doorstaan. Wanneer de salarissen in de hierboven geschetste zin worden herzien, komt het ons voor, dat enerzijds voldoende rekening is gehouden met de dpor de Minister betrachte juiste verhoudingen binnen het over heidsapparaat als geheel, terwijl anderzijds in niet onbelangrijke mate wordt tegemoet gekomen aan het bezwaar van afvloeiing van vakbekwame ambtenaren/als gevolg van een te geringe salariëring. Bovendien biedt de hier bedoelde herziening de gelegenheid,om te voldoen aan enkele opmerkingen van ondergeschikte betekenis, welke da Minister heejt gemaakt naar aanleiding van de ter kennisneming ingezonden Bezoldigingsvarordening 1954* De bewindsman acht het namelijk noodzakelijk, dat wordt zorg gedragen voor een vergroting van de marges tussen de ver schillende maxLmumwedden voor de secretarierangen, aan welke eis, zoals U uit het voorgenomen nieuwe salarisschema moge blijken,thans is voldaan. Verder acht de Minister het gewenst, dat in de verordening uit drukkelijk w;rd"5 bepaald, dat de toekenning van een toelage voor het bezit van het dipltma (J.A.I achterwege blijft voor de ambtenaren,die de rang van adjunct-commies of een hogere rang bekleden.Totnogtoe genoten de in de -rang- Zen aan de m:eilijkhedenrverbonden aan de aantrekking van zodanige ambtenaren

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1955 | | pagina 45