Openbare vergadering van de Raad der
gemeente Idaarderadeel op Donderdag 29
September 1955, 's avonds 7.30 uur.
Aanwezig: Mevr.P,C.Halbertsma-Hijlkema en de heren S.K.de Jong,J.W,de Visser,
B.Vriesema, B.K.van den Berg, E.Dantuma, R.Wartena, J.H.de Boer,
J.J.Sjoerdsma, H.van de Lageweg, P.van der Hem, J.Miedema en
A.Hondema.
Voorzitter:R.Walda,burgemeester
Secretaris:D.Smits.
De Voorzitter opent de vergadering met een woord van welkom tot
de leden en deelt hierna, in antwoord op een door de heer Vartena in de
vorige vergadering gestelde vraag, mede, dat Burgemeester en Wethouders
een aanvraag om verbetering van de woningwetwoningen 1920 te Wartena bij
de Provinciale Directie van de Wederopbouw en Volkshuisvesting hebben in
gediend, welke instantie de stukken me-t gunstig advies zul doorzenden
aan het Ministerie.
Voorts deelt de Voorzitter nog mede, dat hij in het belang van de
schooltandverzorging contact heeft opgenomen met zijn ambtgenoot van
Opsterland inzake het medegebruik van de in die gemeente gebezigde "Den-
talcar". Spreker hoopt,dat dit zal leiden tot een stap in de richting
van een goede schooltandverzorging in deze gemeente.
Hierna stelt hij "aan de orde:
Punt 1.Notulen.
De notulen van de vergadering van 31 Augustus 1955 worden zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming onveranderd vastgesteld.
2.Aanvrage ex.artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 van het bestuur der
Rooms-Katholieke School te Warga ten behoeve van de aanschaffing van
twee nieuwe kachels met pijpen.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
3.Voorstel tot straatsgewijze huisnummering en het geven van namen aan
twee nieuwe straten.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
4Voorstel tot het indienen van een aanvrage om verhoging van de alge-
mene uitkering uit het gemeentefonds ter dekking van het begrotings
tekort voor 1956.
De heer van den Berg, sprekende over de toelichting op het voor
stel, merkt op, dat het wellicht niet de bedoeling van Burgemeester en
Wethouders geweest is om critiek uit te oefenen op het vóór-oorlogse
beleid in deze gemeente, maar een oordeel te geven over het voor-oor-
logse gemeentebeleid in het algemeen. Zo gezien, heeft spreker ernstig
bezwaar tegen de opmerking "dat in de voor-oorlogse jaren, teneinde te
voorkomen, dat de gemeente "gesaneerd" zou worden, een te zuinig be
leid is gevoerd" en de conclusie, dat bedoeld beleid als een der oorzaken
van het begrotingstekort voor 1956 moet worden aangemerkt. Deze mening
acht spreker niet in overeenstemming met de realiteit.
De oorzaak, dat in de "dertiger" jaren niet voldoende kapitaals
objecten werden uitgevoerd is naar sprekers mening toe te schrijven aan
de conjunctuurverschijnselen, welke toen geheel verschilden van die van
de na-oorlogse periode. Het is bijna niet mogelijk om twee perioden in
-de-