-8*- De heer Van den Berg, de eerste spreker, merkt op, dat dit een uitzonderlijke begrotingsbehandeling is. Minister Boel maant de gemeente raden aan tot het sluitend maken van de begroting. Burgemeester en V/et- houders bieden daarentegen een begroting aan met een tekort. Na kennis neming van de begrotingsposten is spreker met Burgemeester en Wethouders van oordeel, dat verlaging of schrapping van uitgaafposten niet meer mo gelijk is zonder de gemeentehuishouding op ernstige wijze aan te tasten. Er zijn gemeenten, welke op belangrijke posten gaan schrappen,teneinde alsnog een sluitende begroting te verkrijgen. Hij vindt het juist, dat het college daaraan niet wil meedoen. Dat wil echter nog niet zeggen, dat hij met alle uitgaafposten accoord gaat. Bij artikelsgewijze be handeling van de begroting zal spreker nog op bepaalde kapitaalsuitgaven nader terugkomen. De heer Hondema zegt, dat op het beleid van Burgemeester en V/et- houders weinig critiek kan worden uitgeoefend. Als er een opmerking valt te maken, dan is het wel deze, dat op deze avond de agenda te overladen is en er daardoor weinig tijd overblijft voor de behandeling der begro ting. Er zijn, aldus spreker, weer verschillende kapitaalsobjecten in de begroting geraamd, waarvan enkele als zeer urgente kunnen worden aan gemerkt, maar waarvan de uitvoering in belangrijke mate zal afhangen van de wijze, waarop deze objecten kunnen worden gefinancierd. Indien deze werken aan de orde komen, zal de raad nog gelegenheid hebben om zich daarover nader uit te spreken. De circulaire van Minister Beel heeft in vele gemeenten een onderwerp van ernstige bespreking uitgemaakt. Spreker zou Burgemeester en Wethouders willen vragen, of ér gegronde hoop op een bijdrage dn het begrotingstekort is. Wat de volkshuisvesting betreft, gelooft spreker, dat deze zaak de volle aandacht van het college heeft. Hij zou echter gaarne weten, hoeveel woningzoekenden in de verschillende dorpen op de lijst voorkomen. De toewijzing van bouwvolume is zodanig, dat sommige plaatsen daarvoor niet in aanmerking zijn gebracht. Is het niet mogelijk in de dorpen, waar een grote behoefte aan woonruimte bestaat, alsnog bouwvolume toe te kennen? Voorts hoopt spreker, dat de gezinnen, die thans nog in woonsche pen huisvesting hebben, spoedig voor een woning in aanmerking kunnen komen. Verder dringt hij er bij Burgemeester en Wethouders op aan de dem ping van het gedeelte van de Grondaam,waartoe in een vorige vergadering reeds is besloten, in het volgend jaar ter hand te nemen. Anders wordt de toestand daar met het oog op de volksgezondheid onhoudbaar. Er zijn ka pitaalsobjecten, die grote bedragen vragen, maar waarvan de uitvoering niet kan worden uitgesteld. In dit verband stelt spreker zich achter de uitspraak, dat de raad, die aan het hoof^van de gemeente staat, baas moet blijven. Tenslotte hoopt hijdat het beleid van Burgemeester en Wethouders en de besluiten van de raad ook in de toekomst in belangrijke mate zullen bijdragen tot de behartiging van het algemeen belang. De heer Wartena, sprekende over de huisvestingsmogelijkheden in Wartena, merkt op, dat zich daar enkele gevallen voordoen,waarin drin gend moet worden voorzien. Als voorbeeld noemt hij, dat nog verschillen de gezinnen zijn gehuisvest in een schip of in een steeg en in 1-kamer- woningen. Wartena is een klein dorp on de lijst van woningzoekenden is misschien wel klein, maar er zijn toch enkele zeer urgente gevallen. Ge durende de laatste jaren is er in het dorp niet gebouwd; wanneer ook in 1956 geen nieuwbouw zal plaats hebben, geraakt de woonruimtedistributie daai in de knoop. De heer Van de lageweg is teleurgesteld in het feit,dat de ver betering van de Warstienserweg niet in de begroting is geraamdzelfs niet als memoriepost.Hij acht de slechte toestand van de weg en de noodzaak -van-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1955 | | pagina 19