13.Voorstel tot het geven van namen aan de openbare scholen te Grouw No.903. Aan de gemeenteraad. Grouw, 2 mei 1956. In enkele uwer vergaderingen is de wens geuit, aan de scholen in deze gemeente, evenals dat reeds ten aanzien van de openbare lagere school te Warga is geschied, een naam te geven. Onder de suggesties, welke wij voor en na ontvingen -er is gesproken van ProfKohnstammschoolTheo ThijssenschoolPrin ses BeatrixschoolDoomny Joast SkoalleDokter Eeltsje Skoalle en Keapman Isjailing Skoalle- verdienen naar onze mening die, welke ons werden gedaan door de heer K.J.de Vries, hoofd der J.H.Nieu- woldschool te Warga, nadere overweging. De motivering welke de heer de Vries geeft -en waarvoor wij hem gaarne onze erkentelijkheid betuigen-,achten wij van dus danig belang, dat wij deze in extenso laten volgen. De heer de Vries schrijft: "In de laatste jaren en vooral na de 2de Wereldoorlog is er een grote aandrang gekomen uit de kringen van de vakpedagogen,om onze scholen een voor die inrichtingen passende naam te geven. Dit streven komt voort allereerst uit een gevoel van onbehagen over de steeds voortschrijdende massaficatie van de mens in het algemeen, maar heeft daarnaast toch ook zijn grond in de veran derde pedagogische inzichten van de laatste 25 jaar. Zoals het zuiver klassikale systeem, waarbij elke leerling geme ten werd naar de "middenmaat" en zich daarbij had aan te passen - tot grote schade zowel van de meerbegaafden als van de minbegaaf- den- in de school vrijwel is verlaten en plaats heeft gemaakt voor een^stelsel, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de individuele aanleg van het kind, heeft ook deze grotere eerbied voor de menselijke persoonlijkheid ons doen inzien, dat de school minder "leer"- en meer "opvoedings'instituut heeft te zijn. Opvoeden behelst veel meer, dan het enkel aanleren van nuttige en gepaste kundigheden, opvoeden vereist allereerst een bepaalde "binding" tussen opvoeder en pupil, maar zeker ook een bepaalde "binding" tussen de leerling en het leerinstituut-de school. De school moet worden voor het kind niet zomaar een school zon der meermaar zijn school en daarom moet die school ook voor hem te onderscheiden zijn van elke andere school, daarom moet die school een naam hebben. Natuurlijk liefst een naam, die tot zijn verbeelding spreekt en aan de onderwijzers van de school is de taak weggelegddie naam tot zijn verbeelding te doen spreken. Zij hebben de taak aan het kind door te geven naar wie zijn school genoemd werd en waarom juist de naam,die zijn school draagt, door de overheid werd uitgekozen. Al is in het algemeen de opmerking, die Prof.Kohnstamm eens over deze materiemaakte"Elke naam is beter dan geen naam", volkomen juist, toch is de zaak van de naamgeving van scholen m.i.niet zo simplistisch als deze uitspraak zou doen vermoeden. Immers een naam geeft men niet voor een tijdvak van enkele jaren, maar misschien voor eeuwen en daarom moet die naam met zorg wor den gekozen. Daarbij komt in de laatste tijd ook nog het gevaar, dat men in het streven naar het benoemen van vermaarde pedagogen of b.v.naar het benoemen van leden van de koninklijke familie -over-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1956 | | pagina 43