-2-
hebben anders ook warm water nodig, ze kunnen nu de kosten daarvan en die
van het huren van een wasmachine besparen. Spreker vindt de redactie van
het voorstel op eén punt minder gelukkig; de zinsnede betreffende de finan
ciering van de warmwaterinstallatie vestigt de indruk,alsof de bouwvereni
ging over andere,-geheime-fondsen beschikt dan die, welke voor de normale
exploitatie worden aangewend. Dit is niet het geval, de kosten worden gewoon
in de exploitatie opgenomen en gecalculeerd.
Wethouder de Jong zegt,dat hij de extra-voorzieningen in woningwetwo
ningen voor de huurders wel van belang acht.Elke aanvraag om voorschotten
daarvoor dient echter serieus te worden bezien, vooral als het betreft voor
zieningen in de bestaande woningwetwoningen, waarvan de kosten van het aan
brengen uiteraard hoger zullen zijn. De gemeente toch heeft een groot tekort
op de begroting en in dat licht bezien moet ten aanzien van niemwe aanvragen
de nodige voorzichtigheid worden betracht. De gemeente blijft uiteindelijk
verantwoordelijk voor de verhoging van f.1,10 per week, ook indien de huur
ders als gevolg van een dalende conjunctuur het offer voor deze extra voor
zieningen niet kunnen opbrengen. In zoverre kan spreker de mening van Mevr.
Halbertsma delen.
De heer Sjoerdsma betoogt,dat de inrichting van een m■■„del-woning bij
wijze van proef indertijd een succes is geweest, waarna de enquête onder de
hoarders der woningwetwoningen heeft uitgewezendat er veel animo voor een
warmwaterinstallatie bestaat. Helaas zijn de toen gewekte verwachtingen niet
verwezenlijkt. Indien de woningbouwvereniging nü, in een tijd van hoogcon
junctuur, niet tot dergelijke voorzieningen overgaat, komt er nooit iets van.
Wethouder de Visser betreurt het, dat het rijk de kosten van een warm
waterinstallatie nog niet geheel voor zijn rekening neemt. De gemeente is tot
heden dus nog aansprakelijk voor deze kosten. In het college stuitte;dit punt
°~nvankcli jk''op:.bezwaren,maar tenslotte hebben burgemeester en wethouders ge
meend goedgunstig te moeten adviseren.
De heer Van den Berg zegt, dat burgemeester en wethouders er niet aan
behoeven te twijfelendat de plannen tot verbetering van woningen door de
bouwvereniging serieus worden bezien. Hij acht voorts de vrees, dat de huurders
de kosten van deze extra-voorzieningen in een minder gunstige tijd niet kun
nen opbrengen, niet gewettigd. Enkele jaren geleden vond men een huur van f.6,-
per week voor een woning aan de hoge kant. Voor dezelfde woning geldt thans
een huur van f.8,-wat als heel normaal wordt beschouwd. Spreker herinnert
de heer de Jong aan een indertijd te Warga gehouden vergadering, waarin ook
de beide wethouders aanwezig waren en waar unaniem werd besloten, dat de huur
v woningwetwoningen niet hoger gesteld mocht worden dan f.6,— per week.
Der huren zijn nadien al gestegen tot f.8,-- en f.9, Het is dus moeilijk
voorspellingen in de toekomst te doen. De tijd gaat zijn gang. Overigens
heeft de gemeente nooit iets voor de woningbouwvereniging behoeven te betalen
en zal zij zich aangaande de onderhavige voorzieningen geen zorgen behoeven
te maken.
Wethouder de Jong antwoordt, dat hij niet gezegd heeft,dat de woning
bouwvereniging haar plannen niet serieus beziet. De huurverhogingen, die de
laatste jaren hebben plaats gehad, zijn naar sprekers mening niet te vergelij
ken met deze verhoging van f.1,10. Er is een principieel verschil tussen de huur
van f.8,of f.9,en de meerdere huur van f.1,10. Voor deze laatste ver
hoging blijft de gemeente aansprakelijk. Er is nu al een regeling,waarbij is
toegestaan de aanleg van een warmwaterinstallatie op kosten van het rijk te
maken. Spreker hoopt, dat het rijk straks nog een stap verder gaat en ook de
kosten van de installatie voor zijn rekening neemt. Zolang dat niet het ge
val is,dient de gemeente elke aanvraag nauwkeurig te overwegen.
De heer Van den Berg ziet geen principieel verschil tussen de huurver
hogingen van de laatste jaren en de hogere huur van f.1,10. Men zou kunnen
-spreken-
