/X Voorstel tot wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement, de
Arbeidsovereenkomstenverordening, de Wachtgeldregeling en de Kinderbij
slagregeling.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, januari 1957.
Enige tijd geleden heeft het Centraal Bureau inzake gemeenschap
pelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden in over
weging gegeven, bovengenoemde rechtspositieregelingen op enkele punten
te wijzigen en daartoe de overgelegde concept-verordeningen vast te
stellen
Ter toelichting van een en ander merken wij het volgende op.
Algemeen Ambtenarenreglement.
Artikel 6,lid 1 en artikel 14,lid 3.
Artikel 14,lid 3, onder d, en de verwijzing daarnaar in artikel 6,
lid 1, hadden betekenis vóór de oprichting van het Ambtenarencentrum
ten aanzien van organisaties, welke betrokken waren bij het plaatselijk
overleg. Sinds de toelating van het Ambtenarencentrum tot het Centraal
Overleg, waardoor de bij dit centrum aangesloten bonden onder b van het
derde lid van artikel 14 vallen, komt het bepaalde onder d van dat lid en
de verwijzing daarnaar in artikel 6, lid 1, minder voor de hand liggend
voor
Artikel 25 en artikel 25a.
Meerdere gemeenten zijn in de laatste tijd overgegaan tot het opnemen
van een uitgewerkte regeling van de vakantietoelage in de rechtspositie
regelingen.
De tot nu toe gevolgde gedragslijn, waarbij ingevolge artikel 25,
lid 4, van het Algemeen Ambtenarenreglement en artikel 17, lid 2, van
de Arheidsovereenkomstenverordening de regeling van de aanspraak op
vakantietoelage aan ons college werd opgedragen, is weliswaar tot dusver
doelmatig gebleken, maar heeft anderzijds ook de bedoeling gehad gemak
kelijke aanpassing aan de rijksregelingen mogelijk te maken zolang de
vakantietoelage nog niet een meer definitieve inhoud had verkregen.
Thans zijn voor dit onderwerp vastere grondslagen verkregen, die
een meer uitgewerkte regeling in het Algemeen Ambtenarenreglement en
de Arbeidsovereenkomstenverordening mogelijk maken. Zo is bij K.B.van
12 oktober 1955, Stb.516, tot wijziging van het Algemeen Rijksambtena
renreglement en van het Arbeidsovereenkomstenbesluit o.m.een nieuwe
regeling getroffen omtrent de aanspraken van het rijkspersoneel inzake
de vakantieuitkering. Voorts is over het bedrag van de uitkering in
middels overeenstemming bereikt.
De in artikel 25a gegeven regeling sluit materieel aan bij die van
het rijk terzake in de artikelen 31 e.v.van het Algemeen Rijksambtenaren
reglement. Overigens is de redactie afgestemd op de in de ontwerprege
lingen van het Centraal Orgaan voorkomende begrippen.
Volgens lid 1 geldt niet alleen als tijd, waarover de vakantietoe
lage wordt berekend de tijd als ambtenaar, maar ook die als werknemer
op grond van afdeling I van de Arbeidsovereenkomstenverordening in
dienst van de gemeente doorgebracht. Dit hangt samen met het nieuwe
lid 2 van artikel 17 van de Arbeidsovereenkomstenverordening, waarin
artikel 25a van het Algeméén Ambtenarenreglement van overeenkomstige
toepassing wordt verklaard, en met lid 5 van artikel 25a. Bij aaneen
gesloten betrekkingen in dienst van de gemeente vindt n.l. geen uit
kering van de vakantietoelage plaats bij ontslag, resp.beëindiging
-van-