indien hij op het tijdstipwaarop hij ophoudt wethouder te zijn de
leeftijd van 65 jaren heeft bereikt.
2.Aan hem,die ophoudt wethouder te zijn vóór het bereiken
van de leeftijd van 65 jaren,wordt recht op een pensioen verleend bij
het bereiken, van die leeftijd,tenzij hij inmiddels weder als wethou
der der gemeente is opgetreden.
Artikel 7»
Het pensioen van een gewezen wethouder bedraagt voor ieder
dienstjaar als zodanig 3t ten honderd van de laatstelijk als zodanig
genoten wedde,met dien verstande dat niet meer dan 20 dienstjaren in
aanmerking worden genomen.
Par.3»Het pensioen van weduwen en wezen.
Artikel 8.
Recht op weduwenpensioen wordt verleend aan:
a.de weduwe van een wethouder,tenzij het huwelijk was geslo
ten,nadat hij de leeftijd van 65 jaren had bereikt;
b.de weduwe van een gewezen wethoudertenzij het huwelijk
was geslotennadat hij had opgehouden wethouder te zijn of de leeftijd
van 65 jaren nad bereikt.
Een zelfde sterfgeval doet slechts recht ontstaan op één
pensioen, als in dit artikel bedoeld.
Artikel 9.
1.Recht op wezenpensioen wordt verleend aan:
a.de minderjarige wettige of gewettigde kinderen van hem,
die overlijdt als wethouder,tenzij zij zijn geboren uit een huwelijk,
gesloten nadat hun vader de leeftijd van 65 jaren had bereikt, of ten
zij zij na dat tijdstip zijn gewettigd;
b.de minderjarige wettige of gewettigde kinderen van haar,
die overlijdt als wethoudertenzij zij zijn gewettigdnadat hun moeder
de leeftijd van 65 jaren had bereikt;
c.de minderjarige wettige of gewettigde kinderen van hem,
die overlijdt als gewezen wethouder, tenzij zij zijn geboren uit een
huwelijk, gesloten nadat hun vader had opgehouden wethouder te zijn,
of nadat hij de leeftijd van 65 jaren had bereikt, of tenzij zij na
dat tijdstip zijn gewettigd;
d.de minderjarige wettige of gewettigde kinderen van haar,
die overlijdt als gewezen wethoudertenzij zij zijn geboren uit een
huwelijk, gesloten nadat hun moeder had opgehouden wethouder te zijn,
of tenzij zij zijn gewettigd na dat tijdstip of nadat hun moeder de
leeftijd van 65 jaren had bereikt.
Eenzelfde sterfgeval doet slechts recht ontstaan op één pensioen, als
in dit artikel bedoeld.
2.Pleegkinderen van een overleden wethouder of van een over
leden gewezen wethouder worden,overeenkomstig de regelen,vastgesteld
bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 92, tweede
lid, der Pensioenwet 1922(Stb240)gelijkgesteld met de in het eerste
lid bedoelde wettige of gewettigde kinderen.
Artikel 10.
l.Het weduwenpensioen bedraagt de helft van het pensioen,
waarop de overleden wethouder als zodanig zonder toepassing van artikel
35 der wet van 1 augustus 1956, (Stb.455) aanspraak of uitzicht zou
hebben gehad,indien hij op de dag van zijn overlijden had opgehouden
wethouder te zijn, of waarop de overleden gewezen wethouder als zodanig
zonder toepassing van genoemd artikel 35 aanspraak of uitzicht had.
-2.-