11. Voorstel tot wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement, de
Arbeidsovereenkomstenverordehing en de Wachtgeldregeling.
^an gemeenteraad.
Grouw, - 6 FEB. toju
Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van
gemeentelijke personeelsaangelegenheden heeft onlangs in overweging
gegeven, bovengenoemde rechtspositieregelingen te wijzigen en daar
toe de overgelegde concept-verordeningen vast te stellen.
Ter toelichting van een en ander mogen wij het volgende opmer
ken
Algemeen Ambtenarenreglement
Artikel 18. lid 5.
De huidige regeling van de tijdelijke vergoeding voor het ver
vangen van een hoger bezoldigde ambtenaar, welke deze vergoeding
vaststelt op het verschil tussen de minima van het aan het ambt van
de vervanger en het aan het ambt van degeen die vervangen wordt,
verbonden salaris, past niet in het stelsel van de leeftijdsionen,
zoals dat met ingang van 1 augustus 1957 in vele gemeenten is inge
voerd. Een bevredigende regeling wordt verkregen door de vergoeding
te bepalen op het verschil der maxima van deze salarissen.
Artikel 25a.
In dit artikel is de toepasselijkverklaring van dit artikel op
de gewezen ambtenaar, ten aanzien van wie artikel 42 of 42a van toe
passing is, vervallen, en omgekeerd is daarvoor in de plaats in
artikel 42 - en daardoor indirect ook in artikel 42a - artikel 25a
bij de berekening van de desbetreffende uitkering betrokken. De
ratio van deze wijziging, waardoor de vakantietoelage in de uitke
ring wordt opgenomen, is ook deze toelage aan de werking van artikel
63a, lid 3, van de Pensioenwet te onttrekken.
Artikel 56.
Bij raadsbesluit van 8 februari 1957, is in artikel 34 een
nieuw 2e lid ingevoegd; het toenmalige 2e lid werd 3e lid; in verband
hiermede dient artikel 36 naar het derde lid van artikel 34 te ver
wijzen.
Artikel 58.
De ambtenaren, die zowel onder de Pensioenwet vallen als onder
de Ongevallenwet, ontlenen, wanneer hen een dienstongeval treft, aan
beide wetten een aanspraak; daarentegen geeft het Algemene Ambtenaren
reglement aan de andere ambtenaren, die niet onder de Ongevallenwet
vallen, alleen een aanspraak overeenkomstig de Ongevallenwet, indien
zij geen aanspraak op grond van de Pensioenwet hebben. In de nieuwe
redactie van de leden 4 en 6 van artikel 38, is de beperking, dat
ambtenaren uit de 2e groep .alleen een uitkering krijgen als zij
geen pensioen krachtens de ^ensioenwet of een pensioenvervangende
uitkering ontvangen, vervallen. Hierdoor is een gelijke behandeling
van beide groepen van ambtenaren verkregen. Men kan zich afvragen-
welke vraag ook door de Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming
en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie naar voren werd gebracht
en bevestigend werd beantwoord - of het wenselijk is in verband met
een eventuele wijziging van de Pensioenwet op het punt van het
(verhoogd) invaliditeitspensioen, deze wijziging in de rechtpositie-
regeling achterwege te laten.
- Het