4 -
tekort zou zijn geweest, dan had de gemeente nog kunnen overwegen
het tekort te dekken.
De heer Van der Hem deelt de mening van de heide vorige spre
kers. Het gehele bedrag moet door de burgers of particuliere ver
enigingen opgebracht worden, aldus spreker.
De heer Sjoerdsma bepleit steun aan het voorstel van burgemees
ter en wethouders. Dokter Eeltje was een fries van groot formaat,
maar tevens een groot Grouwster figuur. Wie "Rimen en Teltsjes"
gelezen heeft, komt tot de conclusie, dat deze man heel veel voor
de Friese cultuur gedaan heeft. Het zou, naar spreker zegt, voor
de gemeente beschamend zijn, indien deze herdenking door gebrek
aan medewerking van de zijde der gemeente zou mislukken.
De heer Honderna verklaart zich ook voor het voorstel.
Dokter Eeltje was niet alleen een groot Fries, maar had ook voor
onze gemeente grote betekenis, omdat zijn praktijk uitgebreid was
en zich over een groot deel der gemeente uitstrekte. De Friezen
zagen hem destijds als een groot man. Deze Halbertsma heeft veel op
het gebied van de friese cultuur nagelaten, wat een stimulans is
geweest voor de instandhouding van het fries.
De heer Miedema is ook van mening, dat, gezien de grote figuur
van Dokter Eeltje, de gemeente zich, ondanks de berooide kas,niet
geheel los kan maken van deze aangelegenheid.
De heer Van de Lageweg ontkent geenszins de historische beteke
nis van de figuur van dr. Eeltje. Daar gaat het hier niet om,zegt
spreker. De vraag is of het verantwoord is, voor deze herdenking
gelden uit de gemeentekas beschikbaar te stellen.
Deze raadsvergadering staat in het teken van belastingheffingen
ter vermeerdering van de inkomsten. Daardoor is het zo inconse
quent om nieuwe subsidies te geven. Overigens is spreker er van
overtuigd, dat, indien men in Grouw deze zaak een warm hart toe
draagt, de middelen daarvoor langs particuliere weg zeker zullen
worden opgebracht.
De heer Wartena vreest, dat Gedeputeerde Staten bezwaar zullen
maken en van oordeel zijn, dat particulieren meer moeten opbrengen
en het gemeentelijk aandeel lager moet zijn.
De Voorzitter, de verschillende sprekers beantwoordende, zegt,
dat deze subsidie-aanvraag een punt van ernstige overweging is
geweest in de vergadering van burgemeester en wethouders. In de
eerste plaats gaat het hier om de vraag of de gemeente hierbij een
taak heeft.
In aanmerking nemende, dat het hier een herdenking betreft van
/"van de 100ste sterfdag van de grote figuur/Sr.Eeltje, wiens werken
voor de ontwikkeling van het cultuurleven in ons gewest van grote
betekenis zijn geweest, meent het college, dat de gemeente hierbij
inderdaad een taak heeft. De instelling destijds van het fonds
voor culturele doeleinden berust toch ook op het motief, dat de
gemeente zich ten aanzien van culturele aangelegenheden niet af
zijdig kan houden.
Voorts zegt spreker, dat het geen feest is, waarvoor het subsi
die wordt gevraagd, maar een herdenking.
Enkele sprekers zijn van oordeel, dat de gemeente zich hieraan
niet onttrekken kan, maar vinden het voorgestelde subsidiebedrag
te hoog, aldus de Voorzitter. Dat is dan slechts een gradueel ver
schil.
De heer Van den Berg merkt op, dat, als het een Grouwster aan
gelegenheid is, zoals de heer Hondema betoogt, de bevolking van
Grouw de middelen moet opbrengen. Hij ziet dit evenwel meer als
- een -