2 -
Artikel 5
BELASTINGJAAR
Het "belastingjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 6
VRIJSTELLINGEN
De belasting is niet verschuldigd voor honden:
a. beneden de leeftijd van drie maanden, voor zover deze honden
niet op de openbare weg komen;
b. uitsluitend dienende om blinden te geleiden;
c. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma
der Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging, mits de
houder zich verbindt zijn hond met een geleider, aan wiens
bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de
politie te stellen;
d. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van
het hoofdcomité van het Nederlandsche Roode Kruis of van de
Nederlandsche Verenigingen van Roode Kruishonden;
e. waarvan de houder geen inwoner der gemeente is en de hond niet
langer dan 90 dagen in het belastingjaar in de gemeente ver
blijft;
f. welke gehouden worden door de gemeente ten behoeve van haar
diensten en bedrijven.
Artikel 7
AANGIFTE
Iedere houder van één of meer honden is verplicht daarvan
aangifte te doen.
Jaarlijks in de maand januari wordt aan ieder, die geacht
wordt daarvoor in aanmerking te komen, vanwege burgemeester en
wethouders een biljet tot het doen van aangifte uitgereikt.
De houder van een hond, die vóór 1 februari van het belas
tingjaar geen aangiftebiljet heeft ontvangen, is verplicht voor
13 februari daaraanvolgende aangifte te doen door invulling en
ondertekening van een aangiftebiljet, dat kosteloos ter gemeente
secretarie verkrijgbaar is.
Ieder, aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt of toegezon
den, is verplicht de daarin gestelde vragen duidelijk, sbellig
en zonder voorbehoud naar waarheid te beantwoorden, de aangifte
met zijn handtekening te bekrachtigen en het biljet binnen 14
dagen na de datum van uitreiking of toezending ter gemeente
secretarie te bezorgen of. te doen bezorgen.
Artikel 8
Ieder, die na 1 januari van het belastingjaar houder wordt
van een hond of van een groter aantal honden dan waarvan hij
voor dat belastingjaar aangifte heeft gedaan, is verplicht binnen
14 dagen na dit feit, op de wijze als in artikel 7 omschreven,
aangifte te doen met dien verstande, dat, indien het een hond be-
treft, welke in de loop van het belastingjaar is geboren, cie aan
gifte moet worden gedaan binnen acht dagen, nadat het dier de
leeftijd van drie maanden heeft bereikt.
Van alle veranderingen, ten gevolge waarvan een opgelegde
aanslag niet meer in overeenstemming is met de werkelijke toe
stand en deswege moet worden verhoogd, moet binnen 14 dagen aan
gifte worden gedaan op de wijze als in dit artikel aangegeven.
- Artikel 9 -