- 5 -
Mevr. Kuiper-Koopstra zegt, dat er gemeenten zijn, waar de
verplichting bestaat voor het onderhoud van graven een bepaald be
drag in de gemeentekas te storten. Spreekster vraagt, of zulks, ter
wille van het regelmatig grafonderhoud, ool£ niet in deze gemeente
ingevoerd zou kunnen worden.
De voorzitter antwoordt, dat een regeling omtrent het graf
onderhoud op de algemene begraafplaats in deze gemeente reeds bij
verordening is ingevoerd. Een verplichting om het grafonderhoud door
de gemeente te doen uitvoeren kunnen wij niet opleggen. Volgens de
huidige regeling kan men het grafonderhoud aan de gemeente over
dragen tegen betaling van een jaarlijks bedrag of aan afkoopsom.
Het bestuur van een bijzondere begraafplaats kan een dergelijke ver
plichting wel opleggen.
De heer Dantuma zegt, dat de toestand van de grondaam bij
bakker Bouma en B.Stellingwerf steeds slechter wordt en deze situatie
niet bestendigd kan worden.
Spreker vraagt of het niet mogelijk is voor de demping van dit
gedeelte een geldlening te sluiten.
De voorzitter antwoordt, dat de toestand, waarin sommige oude
haventjes verkeren, spot met de volksgezondheid en het aanzien van
het dorp. Aan demping van de vaarten moet echter riolering vooraf
gaan. Een dergelijk plan kost veel geld. De demping van de grondaam
is indertijd reeds geraamd op een ton, voorts zijn er nog de stink
sloten in Warga en Roordahuizum, die ook gedempt moeten worden. Afge
zien van het feit of v/ij het geld er voor kunnen lenen, kan de uit
voering niet plaats hebben, omdat ons de middelen ontbreken tot dek
king van rente en afschrijving. Misschien is de nieuwe regeling van de
financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten voor ons iets
gunstiger en Opent deze wat meer perspectieven.
De heer Hondema onderschrijft de woorden van de heer Dantuma.
De situatie is erger dan in Warga en Roordahuizum, want in de grondaam
wordt van alles ingegooid.
Een aannemer van grondwerken had indertijd behoefte aan grond-
berging. Hadden wij van die gelegenheid maar gebruik gemaakt en
de grondaam dicht laten gooien.
De voorzitter"En dan zonder een riolering?"
De heer Hondema: "Voorlopig maar een provisionele afvoer van
water?"
De voorzitter zegt, dat het hem beter lijkt, het gehele werk
bij de begroting voor 1960 nog eens nader onder de ogen te zien.
De heer De Boer wil in het midden laten, in welk dorp de ver
vuiling het ergst is. Er komt echter een ogenblik, dat men tenslotte
zegt: "dit kan niet meer zo".
Hierna sluiting
X ft*-» '""V?
ezC-C.-
S