15. Voorstel tot vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 103 der lager-onderwijswet 1920 over de jaren 1953 tot en met 1957. No. 791 Aan de gemeenteraad. Grouw, 22 april 1959. Ingevolge artikel 103 der lager-onderwijswet 1920 moet de raad om de vijf jaren voor de bijzondere lagere scholen vaststellen: a.het totaalbedrag van de ingevolge artikel 101, 1e lid, dier wet voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven; b.het totaalbedrag van de vergoedingen, waarop de schoolbesturen aan spraak hebben; c.indien het bedrag van de uitgaven hoger is geweest dan dat der ver- •w goedingen, - althans wanneer ook ten aanzien van overeenkomstige openbare scholen meer is uitgegeven dan beschikbaar was gesteld - welk bedrag van de uitgaven bestreden mag worden uit de vergoedin gen over het volgende en het daarop volgende vijfjarige tijdvak. Er dient thans een besluit te worden genomen over de periode van 1953 tot en met 1957. Vaststelling van het bedrag, bedoeld onder c kan achterwege blijven, omdat gebleken is, dat de werkelijke uitgaven voor de open bare lagere scholen over genoemd tijdvak de bij de gemeentebegroting beschikbaar gestelde bedragen niet hebben overschreden. De bedragen, bedoeld sub a en b behoren ingevolge de wettelijke voorschriften te worden vastgesteld, als is aangegeven in het voor u ter inzage liggende concept-besluit. Wij stellen u dan ook voor, tot vaststelling van dit concept besluit over te gaan. Burgemeester en wethouders van Idaarderadeel R.Walda burgemeester D.Smits secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1959 | | pagina 39