3. Voorstel tot het verbeteren van de aanlegsteiger in de Grou
nabij de Kade»
No.1182.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 8 juni 1959»
In een besprekingwelke wij enige tijd geleden hebben gehad
met enkele bestuursleden van de Vereniging Plaatselijk Belang en
de Vereniging voor Vreemdelingenverkeer is aangedrongen op ver
betering van de aanleggelegenheid in de Grou.
Uit een van onzentwege ingesteld onderzoek is gebleken, dat
ter zake dringend enige voorzieningen moeten worden getroffen, mede
ook voor de veiligheid van de gebruikers.
De bestaande aanleggelegenheid wordt gevormd door een gedeelte
steiger ter lengte van ongeveer 24 meter, lopend vanaf de Kade na
bij de benzinepomp van de heer R.Bosma tot het terrein van de heer
Tj.Molenaar. Dit gedeelte verkeert momenteel in een zeer slechte
toestand. De planken, waarvan meerdere los liggen, zijn grotendeels
versleten of verrot. Ditzelfde is het geval met de palen.
Op dit gedeelte sluit een in nog redelijke staat verkerende
steiger ter lengte van ongeveer 30 meter aan, welke eigendom is van
de heer Tj.Molenaar, terwijl verder in oostelijke richting tot aan
het terrein van de U.V.Volma zich een gedeelte steiger bevindt
ter lengte van ongeveer 30 meter, waarvan het dekhout is versleten.
Ter verbetering van een en ander hebben wij het voor u ter in
zage liggende plan doen opmaken, dat voorziet onder afbraak van de
bestaande smalle steiger in de bouw van een nieuw steigergedeelte
van gelijke constructie als de gemeentesteigers in het Pikmeer en
wel vanaf de Kade tot en met het perceel van de heer Molenaar. In
dit nieuwe gedeelte, dat een lengte van ongeveer 50 meter zal ver
krijgen, zal een verhoogd stuk worden aangebracht, waardoor de
mogelijkheid wordt geschapen, dat schouwen aan de achterzijde van de
steiger ligplaats kunnen vinden.
Verder zal het aansluitende gedeelte tot de terreinen van de
N.V.Volma over een afstand van ongeveer 50 meter grondig worden ge
repareerd en van een nieuw dek worden voorzien, terwijl het laatste
gedeelte ter lengte van ongeveer 4 meter geheel moet worden vervan
gen, omdat ter plaatse de bestaande steiger weggeslagen is.
Zoals u uit de overgelegde kostenraming moge blijken, is met
het onderhavige werk een uitgaaf gemoeid van rond f.6500.-. De ge
wone dienst der begroting biedt geen ruimte voor dekking van de be
treffende kapitaalslasten.
Aangezien het hier een dringende aangelegenheid en een rela
tief geringe investering betreft achten wij het verantwoord, de uit
gaaf ineens te dekken door beschikking over de algemene reserve.
Aangaande de financiering mogen wij nog opmerken, dat naar
ons werd medegedeeld, de UVBank voor Nederlandse Gemeenten te
1s-Gravenhage naar alle waarschijnlijkheid bereid is, de gemeente
een geldlening te verstrekken, mits vaststaat, dat gedeputeerde
staten zich met de hierbedoelde kapitaalsuitgaaf kunnen verenigen.