De lieer S,joerdsma meent, dat "bij de vraag of de gemeente
hier steun moet verlenen, het nut en het "belang der militaire
tehuizen niet in het geding zijn. De minderjarige jongens worden
door de militaire dienst uit het gezin gehaald. De regering is
voor de verdere opvoeding verantwoordelijk en dient voor een
goede vrije tijdsbesteding der militairen te zorgen.
De heer Hondema zegt, dat de heer "Van der Hem er ver naast
is, wanneer hij beweert, dat deze zaak een politiek tintje heeft.
Wanneer men leest, hoeveel miljoenen aan bommenwerpers en andere
wapens worden besteed, lijkt het onwaarschijnlijk, dat het Rijk
voor de militaire tehuizen niet meer kan doen. De verzorging van
de militairen is wel beter dan vroeger. Maar het ontbreekt deze
tehuizen nog aan een goede financiële basis. De gemeente zou wel
een klein subsidie kunnen geven, doch de meerderheid van de raad
staat nu eenmaal op het standpunt, dat dit een rijkszaak is:
het is dus een principekwestie.
De heer Van der Hem blijft deze zaak toch als een min of meer
politieke kwestie zien. Hij betoogt, dat in een gemeente met een
rechtse meerderheid in de raad de subsidie-aanvragen vlot inge
willigd worden. In linkse gemeenten daarentegen worden alle aan
vragen afgewezen.
De voorzitter zegt nogmaals, dat er zeer beslist geen poli
tiek in~het spel is.
De heer Danturna zegt de heer Sjoerdsma niet te kunnen volgen,
wanneer deze meent, dat de regering voor de verdere opvoeding van
militairen verantwoordelijk is. Naar sprekers mening blijft de
verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de jongens op het
gezin rusten.
Wethouder De Jong gelooft ook, dat men de regering niet ver
antwoordelijk kan stellen voor de opvoeding van de militairen.
Wel heeft de regering de plicht mee te zorgen voor de geestelijke
belangen van de jongens.
Dat de zaak geen politieke aangelegenheid is, bewijst wel
-■:= het feit, dat er ook partij van de arbeid-leden zijn, die
wel achter deze zaak staan. Dat zulks hier niet het geval is,
stempelt de kwestie nog niet tot een politieke aangelegenheid.
Mevr. Kuiper is ook van mening, dat de financiering van de
militaire tehuizen tot de taak van het rijk behoort. Voorts
hoopt zij, dat de regering spoedig voortgang zal maken met in
krimping van de diensttijd, omdat dit voor de jongeren van
groot belang is.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
besloten. MejBosma en de heren Dantuma, Van der Hem en Van
de Lageweg wensen geacht te worden te hebben tegengestemd.
14-Aanvrage om subsidie uit de gemeentekas van de Centrale van
Katholieke Militaire Tehuizen.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel besloten. r
15Aanvrage om subsidie uit de gemeentekas van het Humanistisch
Thuisfront
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel besloten. r
/T Mej. Bosma en de heren Dantuma, van der Hem en van de
Lageweg geven de wens te kennen geacht te hebben tegenge
stemd.