- 5 -
5. Het salaris van een ambtenaar in een rang, waarvan het max'mum
salaris overeenkomt met dat van een adjunct-commies bij het Rijk
of een hogere rang, die niet in het bezit is van het diploma gemeente
administratie I wordt verminderd met het bedrag, dat in het eerste lid
van dit artikel achter dat diploma is vermeld.
6. Het salaris van de directeur van gemeentewerken en van de adjunct-directeur
van gemeentewerken, die niet in het bezit zijn van twee M.T.S.-diploma's
of van een M.T.S.-diploma en een daaraan gelijkwaardig diploma, wordt
verminderd met f. 192,- per jaar.
7. De toekenning van de toelage voor het bezit van de diploma's archiefver^
zorging, bevolkingsboekhouding of boekhouden(associatie) blijft be
perkt tot de ambtenaren beneden de rang van adjunct—commies
Artikel 16.
De ambtenaar, aan wie de verplichting wordt opgelegd zijn rijwièl ter be
schikking van de dienst te stellen, ontvangt deswege een tijdelijke door
burgemeester en wethouders vast te stellen vergoeding, welke het te dier
zake ten behoeve van het rijkspersoneel vastgestelde of vast te stellen
bedrag niet mag overschrijden.
Artikel 17.
1. Indien het loon van een jeugdig ambtenaar minder bedraagt dan het voor
hem krachtens het volgende lid bepaalde grensbedrag, en hij, naar het
oordeel van burgemeester en wethouders, niet kan inwonen bij het gezin
waartoe hij behoort, kunnen burgemeester en wethouders bepalen, dat aan
hem, bij wijze van tijdelijke maatregel, een tijdelijke pensiontoelage
wordt verleend, v.r arvan het bedrag ten hoogste gelijk zal mogen zijn
aan het verschil tussen het voor hem bepaalde grensbedrag en zijn loon.
2. Het grensbedrag, bedoeld in het vorige lid bedraagt bij een leeftijd
van de ambtenaar vans
^aar f* 2408,52 per jaar of f. 200,71 per maand
}90 ?aar f- 2334,60 per jaar of f. 194,55 per maand
^aar 2260,68 per jaar of f. 188,39 per maand
17 jaar of jonger f. 2186,76 per jaar of f. 182,23 per maand
Artikel 18.
Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag, waarop de aanstelling
ingaat. Indien in het besluit van benoeming geen datum van ingang is
vermeld, vangt het genot van de bezoldiging aan met de dag, waarop het
ambt is aanvaard.
2. De bezoldiging wordt per maand uitbetaald.
3. Het genot van de bezoldiging eindigt op de dag van ontslag uit de be-
rekking of op de dag van het overlijden van de ambtenaar.
Artikel 19.
Bij aanstelling, bevordering,verhoging of uitbetaling van bezoldiging
worden de ambtenaar geen kosten in rekening gebracht.
Ar tLkel 20
1.In gevallen, waarin de bezoldiging of de kortingsbedragen moeten worden
berekend over een gedeelte van een maand, wordt de bezoldiging of korting
maand^ Sesteld 0p een dertigste deel van de bezoldiging of korting per
2.De ingevolge het vorige lid vastgesteldebedragen worden tot een cent naar
Doven ai gerond.
Artikel 21
wp+?r^llen^ waaJin deze verordening niet voorziet, treffen burgemo'ester en
wethouders de nodige voorzieningen.
1
-Artikel 22-