Openbare vergadering van de raad der
gemeente Idaarderadeel op maandag 29
augustus 1960, 's namiddags te 7.30 uur.
Aanwezig: Mevr. G.Kuiper-Koopstra, mej. I.Bosma en de heren S.de Jong,
R.Wartena, J.Joh.de Boer, P.van der Hem, J.Miedema, J.
Sjoerdsma, A.Hondema, K.Postma, H.van de Lageweg, E.Dantuma
en Joh.van der Meer.
Voorzitter: R.Walda, burgemeester.
Secretaris: D.Smits.
De voorzitter zegt in zijn openingswoord, dat het geruime
tijd geleden is sedert de laatste vergadering werd gehouden en hij de
leden daarom wel bijzonder welkom heet. Het verheugt hem, dat de raad
voltallig is. Verschillende omstandigheden zijn oorzaak geweest, dat
deze vergadering niet eerder is belegde Spreker acht het voor de
goede gang van zaken beter, dat de raad wat vaker vergadert en wil
dit graag bevorderen.
Ter beantwoording van enkele in een vorige vergadering ge
stelde vragen, zegt spreker:
1.dat de brug over de Poudering verbeterd zal worden (vraag van de
heer Van der Hem).
2.dat de aannemer van het werk aan de nieuwe rijksweg voor de tweede
maal is aangeschreven in verband met de verzanding van de vaart
bij Idaard (vraag van de heer Van der Hem).
3.dat burgemeester en wethouders de demping van een gedeelte van de
Grondaam zullen bevorderen, zoals moge blijken uit het onder punt
26 genoemde voorstel (vraag van de heer Hondema).
4.dat voor de recreatie te Wartena een nieuw plan in voorbereiding is
(vraag van de heer Postma).
5.dat de situatie met betrekking tot de zinkputten aan de Meersweg
is verbeterd ten behoeve van de verkeersveiligheid (vraag van
mevr. Kuiper).
6.dat in verband met de plaatsing van een nachtbrander achter het
gemeentehuis/nabij de kruising van de Oostergocstraat en de /ën
Kanaalstraat prijsopgaaf is gevraagd bij het Provinciaal Electrici-
teitsbedrijf (vraag van de heer Dantuma).
Ter beantwoording van de vraag van de heer Van de Lageweg
intake arbeid op zondag, geeft de voorzitter een resumé van enkele
artikelen van de Zondagswet.
1Notulen.
Eë notulen van de vergadering van 20 juni 1960 worden na een
kleine aanvulling zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
2.Ingekomen stukken.
Sub e:
Mej. Bosma zegt, dat het haar bevreemdt, dat het besluit tot
verdaging van de beslissing van gedeputeerde staten eerst nu in
de vergadering komt. Het is gedateerd 29 april en had dus in de
vergadering van 20 juni 1960 aan de orde gesteld kunnen worden.
T>e voorzitter antwoordt, dat bedoeld schrijven is aangehouden
in verband metdepogingen van burgemeester en wethouders om de
ambtswoning particulier te verkopen, waarmede enige tijd ^emoeid
was
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
besloten.
- 3. -