Het terrein ten noorden van de "boerderij "de Vrijheid" en grenzend aan het
Pikmeer is voor zwemhad met speelweide bestemd. Op dit terrein is een suggestie
gegeven voor de indeling. De bedoeling is, het terrein zodanig op te hogen of van
een kunstmatig platform te voorzien, dat een uitzicht vanaf het zwembad over het
meer gewaarborgd is.
Voorts is langs de oevers van het Pikmeer en het vaarwater de Meer een aantal
steigers geprojecteerd ten behoeve van de gebruikers van het recreatieoord.
Op verschillende punten zijn op het recreatieoord terreinen gereserveerd voor
bijzondere bebouwing, waar te zijner tijd verzorgingsgebouwen, kampwinkels e.d.
kunnen verrijzen.
Poor het aanbrengen van groenstroken en beplanting zal aan de behoefte van de
gezinnen aan intimiteit kunnen worden tegemoetgekomen.
Voor verdere bijzonderheden mogen wij u naar de stukken zelve verwijzen.
Het ontwerpplan met toebehoren heeft van 6 juli t/m 2 augustus j.l. ter
gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage gelegen.
Van de gelegenheid, bezwaren in te dienen is door de volgende belanghebbenden
gebruik gemaakt?
1. H.Mulder, arts, wonende te Gasselternijveen.
Appellant voert aan, dat hij eigenaar is van het perceel kadastraal bekend
gemeente Grouw, sectie C no.973, waarop zijn zomerhuisje staat, dat in zijn geheel
is opgenomen in het geprojecteerde zwembad, zodat het zal moeten verdwijnen en
daarmede voor zijn gezin en vele trouwe huurders een onvervangbare recreatiemoge
lijkheid.
Voorts stelt appellant, dat de jeugd van Grouw al jaar en dag behoefte heeft
aan een zwembad, vooral voor diploma- en schoolzwemmen, doch dat het z.i. gewenst
is, een zwembad aan te leggen in de directe omgeving van het dorp Grouw, in plaats
van op het geprojecteerde terrein in het ontwerp, dat 2ft- km. buiten de kom van het
dorp ligt ten behoeve van toeristen, die daarvan ten hoogste zes weken per jaar
gebruik zullen maken.
Tenslotte is appellant van mening, dat het overgrote deel van de gebruikers
van het recreatieoord niet naar Grouw komt voor een bezoek aan het zwembad, maar
voor het beoefenen van de watersport.
2. E.K.Hoekstra, notaris, wonende te Sneek.
Appellant voert aan, dat het zwembad in de onmiddellijke nabijheid van zijn
zomerhuisje is geprojecteerd, hetgeen in de toekomst zal leiden tot ontsiering van
het landschap en verstoring van de rust. Bovendien meent appellant, dat de gekozen
plaats voor het zwembad voor de buigerij van Grouw niet juist is, met het oog op de
afstand van het dorp, terwijl de gebruikers van het recreatieterrein geen behoefte
hebben aan een zwembad, omdat zij beter kunnen zwemmen in het Pikmeer dan in een
enge, besloten ruimte.
Appellant vreest bij aanleg van het zwembad verlies van natuurschoon omdat de
brede rietkraag, welke het meer flankeert, ten dele zal moeten verdwijnen.
Voorts brengt appellant naar voren, dat zijn zomerhuisje als bouwwerk in het
plan is opgenomen op een plaats, die 30 meter meer oostwaarts is gelegen dan volgens
de werkelijkheid het geval is. Tegen deze verplaatsing maakt appellant bezwaar uit
financiële en economische overwegingen en bepleit hij handhaving van de bestaande
toestand.
Is Tenslotte voert appellant aan, dat zijn land, t.w. de kadastrale percelen
sectie C nrs. 97j/ën 974? thans uitgang heeft naar de publieke weg over een voet
pad, dat vanouds aldaar gevestigd is als publiek pad. In het plan is het voetpad
verdwenen en wordt een uitweg naar de publieke weg onmogelijk, reden waarom appel
lant verlangt, dat in het plan een uitweg wordt opgenomen naar de verharde weg.
Ook de elektriciteitsleiding, welke over het terrein loopt en de zomerhuisjes en
het gemaal in de omgeving van stroom voorziet, dient naar de mening van appellant
behouden te blijven.
- 3» D.Snoek -