dLrSSrgf sgïf rSef
_3_
3- D«Snoek, veehouder, wonende te Grouw.
Appellant maakt "bezwaar tegen het plan, omdat de "bij hem in gebruik
zijnde landerijen aan zijn bedrijf zullen worden onttrokken, waardoor
hem de grondslag van zijn maatschappelijk bestaan wordt ontnomen.
Naar de mening van appellant mag zijn bedrijf niet voor vakantie-
en vermaaküo e1eind en worden opgeofferd, doch dient integendeel het re
creatie-belang te v/ijken voor het agrarisch belang.
4° G.Brunt, arts, wonende te Arnhem.
Appellant heeft bezwaar tegen het plan, omdat zijn zomerverblijf,
gelegen aan het Pikmeer, er niet op voorkomt. Het zomerverblijf vol
doet n^ar 4e mening van appellant aan hoge eisen en past geheel in het
landschap. Voorts zullen naar het oordeel van appellant de geprojecteerde
steigers het natuurschoon schaden.
5° Kerkvoogdij der Hervormde gemeente te Grouw.
Appellante voert aan, dat als grens van het plan onder andere is aange
houden de noordkant van het zogenaamde "Streng"Zij heeft daartegen be
zwaar, omdat de strook grond tussen de nieuwe weg naar de jachthaven en
6 ^pok®sloot de rechtstreekse verbinding vormt tussen het land, liggende
Wiidemr l6lPa Tf °er,deri;j 6n het land liggende aan de overzijde van de
TP ld® 6n ket.ln de toekomst wenselijk kan zijn, dat de losse percelen
/eiland, liggenee m de wildlanden bij deze boerderij worden gevoegd.
ppe}lante wenst in verband hiermede wijziging van de grens van het
Q+™'vln J*" V?eSft de aerarische bestemming van de hierbedoelde
strook grond gehandhaafd blijft.
6. dr H.Mlder, arts, wonende te Gasselternijveen en 5 anderen.
aan htfwS!? J" ^«'ak aan, dat in het plan de oeverstrook
zodat de w T zomerhuisj es staan, tot groenstrook is bestemd,
van hef pf U3d m°eten kwijnen. Herbouw aan de oevers
niet mogeliik ter ff menine. van appellanten wegens gebrek aan ruimte
t mogelijk, terwijl zij er weinig voor gevoelen, nieuwe huisies te
betrekken in het plan, omdat deze niet aan het wat ei gelegen zi^e^ze
ls ze als huurhuisjes worden geëxploiteerd, wellicht niet steeds in de
neigen vakanties beschikbaar zullen zijn.
Appellanten stellen voorts, dat wanneer de mogelijkheid tot eigenbouw
zoudInrkuSnenemfSn?ld' financiële redenen daarvan geen gebruik
zon wijzen appellanten er op, dat aanneming van het plan het einde
tot hnn f«ne?-Va£ r 0*tspanning' welke zij en met hen tientallen gezinnen
tot hun familie behorende en gebruik makend van hun huisjes, gedurefde
lange jaren m een vertrouwde omgeving hebben genoten.
Tenslotte vrezen appellanten, dat de aanleg van een viiftal «+«-;
erger? ie f „f* df ZZfff
IZllllrZZ'oJZZZ™™*beschadi«-® door voorbijvarende
gendeBfmeSenriaing 36 ingediende bezwaarsohrifton mogen wij het voi-
1. Op de plaats, waar het zomerhuisje van de heer MuldP-r <5+pa+ j
daad een zwembad geprojeoteerd, zodat eerlang heï hÏÏsie zf f ef
mbf 3e opmerki"« appellant, dat daarmede ook de reofatlf
mogelijkheid T* -
gewezen, een zomerhuisje te bouwen of te'kliren. daarvoor is aan-
-Dat-