Voorstel tot aankoop van een tweetal zomerhuisjes in het recreatie-oord te Grouw. De heer Hondema merkt op, dat de raad zo juist besloten heeft tot aankoop van de boerderij met grond van D.Snoek tegen taxatieprijs en nu voor de beslissing staat over de aankoop van een aantal zomerhuisjes, met dit verschil, dat hierin niet de bijbehorende grond is begrepen. Naar hem medegedeeld is, heeft de Kerkvoogdij der Nederlands Hervormde Gemeente te Grouw, die eigenaresse van deze grond is, deze inmiddels verkocht aan be langhebbende particulieren. Over deze handelwijze, dit werken achter de schermen door voornoemde Kerkvoogdij, is spreker zeer verontwaardigd. Hij heeft deze huisjes bezichtigd en vindt, dat de taxatieprijs voor dit "hoopje brandhout" voel te hoog is. Er wordt hier geprobeerd de overheid af te zetten. De hele geschiedenis noemt spreker "schweinerei" De voorzitter antwoordt, dat de grond inderdaad niet in de aankoop van de huisjes begrepen is. Het is teleurstellend, dat er achter de schermen gewerkt is. De koopprijs is volgens het taxatierapport en daaraan valt niet te tornen. Voor de uitvoering van het recreatieplan is het beslist nodig, dat de gemeente de eigendom van deze huisjes ver krijgt. De heer De Boer zegt, dat, als men zijn gevoel laat spreken, de ge meente aan deze transactie niet zou moeten meewerken. Wij moeten deze zaak echter reëel bezien. Het verschil tussen de taxatieprijs en de oor spronkelijke kostprijs van deze zomerhuisjes is inderdaad groot. Men moet de taxatieprijs evenwel zien als de vervangingswaarde. Met grond- verkopen zien wij hetzelfde verschijnsel. Dat er voor de gemeente minder prettige manipulaties hebben plaats gehad, is een omstandigheid, waaraan wij weinig kunnen veranderen. Wij moeten maar van de zure appel bijten, zegt spreker. De voorzitter is het met de heer De Boer eens. De heer Dantuma bepleit een nader onderzoek, nu hij gehoord heeft, dat de zomerhuisjes niet meer zijn dan een hoop brandhout. Het zou onverantwoord zijn, daarvoor de getaxeerde prijs te betalen. De voorzitter legt nogmaals de nadruk op het taxatierapport en de vervangingswaardewelke hier een rol speelt. Wij kunnen daaraan niets veranderen. Mevr. Kuiper vraagt, of het mogelijk is de grond te kopen, dan wel of daarvoor onteigening moet plaats vinden. Indien dit laatste het geval is, zou dat misschien eerst afgewacht kunnen worden. De voorzitter meent, dat dit niet is aan te bevelen. Gronden en op stallen, die wij zo kunnen kopen, moeten zo spoedig mogelijk gekocht worden. Of er onteigend zal moeten worden, zal afhangen van de wijze, waarop de transacties met de overige grondeigenaren zullen verlopen. De heer Hondema informeert naar de taxatieprijs van de grond. Voorts merkt hij op, dat ingeval van onteigening de algehele uitvoering van het recreatieplan zal stagneren, wat veel renteverlies tot gevolg zal hebben. Hij adviseert eerst dan tot aankoop over te gaan, wanneer de zekerheid is verkregen, dat al de benodigde grond en huisjes zonder bezwaar overgenomen kunnen worden. De voorzitter antwoordt, dat de grond getaxeerd is op f.2.- per m2. Hij ziet er geen bezwaar in om deze huisjes te kopen, ook al is de grond nog geen eigendom der gemeente. Deze huisjes kunnen weer worden verhuurd en brengen hun geld wel op. Als wij met de uitvoering van het recreatie plan geen begin maken, komt er van het gehele plan niets terecht. De heer Van de Lageweg meent, dat men zich niet moet blind staren op de cijfers van het taxatierapport. Het betreft hier de vervangings waarde, dit wil zeggen de prijs, welke betaald zou moeten worden, wanneer - men -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1961 | | pagina 11