men momenteel een soortgelijk zomerhuisje zou houwen. Spreker betreurt
het, dat de grond niet kan worden overgenomen.
Wethouder De Jong zegt, dat hij evenals de heer Honderna een gevoel
van onbehagen heeft gekregen doord8verdracht van de grond -welke jaren
lang door de Nederlands Hervormde Gemeente in erfpacht is uitgegeven -
aan de heer Hoekstra. Het zou beter geweest zijn, wanneer de Kerkvoogdij
zich met de gemeente in verbinding had gesteld. Dat college was wel be
kend met het feit, dat de gemeente deze grond graag wilde overnemen. De
redenen, welke tot deze verkoop hebben geleid, zijn spreker niet bekend,
zodat hij geen critisch oordeel over deze transactie kan geven.
De heer Hondema noemt deze grondtransactie een vuile gemeenheid.
"Waar wij geen huisjes willen hebben, moeten wij ze nu zelf exploiteren
2 e S TD3? ©Ie I"
De heer Van der Hem vraagt of dit dezelfde Kerkvoogdij is, op wier
verzoek zo juist een beslissing is genomen voor subsidie ten behoeve van
de restauratie van de toren.
De voorzitter bevestigt dit.
Hierna wordt op verzoek van de heer Hondema de openbare vergadering
geschorst.
Na heropening der zitting wordt het voorstel zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De heer Hondema wil geacht worden vóór gestemd te hebben onder
protest.
19Voorstel tot wijziging van de bezoldigingsverordening en het Algemeen
Ambtenarenreglement
Zonder discussie en zender hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
20.Comptabiliteit.
""'Zonder'discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
R o n d v r a a g.
De heer De Boer vestigt de aandacht op de verwaarloosde toestand,
waarin de molen in de Hempensermeerpolder verkeert. De molen dient als een
monument ter bevordering van het landschap.. - hoon bewaard te worden. Spreker
zou gaarne vernemen, in welk stadium het door burgemeester en wethouders
reeds ingestelde onderzoek verkeert.
De voorzitter antwoordt, dat de restauratie van bedoelde molen al
geruime tijd wordt voorbereid. Ondanks gevoerde correspondentie is thans nog
niet duidelijk, van wie de grond is, waarop de molen staat. De aanvankelijk
opgemaakte kostenbegroting is onvoldoende gebleken voor een goede restauratie,
De naderhand opgestelde begroting geeft een veel hoger kosten^ijfer aan.
Het college zal onderzoeken of het rijk en de provincie bereid zijn ook m
deze hogere kosten te participeren.
MejBosma wijst nogmaals op de slechte toestand, waarin het wandel
pad langs het Prinses Margrietkanaal te Grouw als gevolg van het autoverkeer
is geraakt.
De voorzitter antwoordt, dat aan Gebr. Postma toestemming is gegeven
met een kleine auto~naar hun bedrijf te rijden, omdat hiervan geen schade aan
het wegdek word verwacht. Indien het tegendeel het geval is, zullen burge
meester en wethouders een onderzoek terzake instellen. Het is natuurlijk niet
de bedoeling, dat dit pad kapot gereden wordt, aldus de voorzitter.
- De heer -