tij 0 t/m 18 punten indeling in loongroep I bij 19 t/m 37 punten indeling in loongroep II hij 38 t/m 58 punten indeling in loongroep III bij 59 t/m 80 punten indeling in loongroep IV hij 81 t/m 103 punten indeling in loongroep V hij 104 t/m 127 punten indeling in loongroep VI hij 128 t/m 152 punten indeling in loongroep VII hij 153 t/m 179 punten indeling in loongroep VIII 6. Indien en voor zolang een ambtenaar niet voldoet aan de voor een redelijke vervulling van zijn functie geldende eiaen, kan hij, na ingewonnen advies van de in lid 2 ge noemde commissie, ingedeeld worden of blijven in een lage re loongroep dan die, waarin zijn functie op grond van de uitkomsten van de genormaliseerde methode is geclassificeerd. 7. Aan de ambtenaren worden, voor wat de toepassing van de ge normaliseerde methode van werkclassificatie betreft, naar gelang van de classificatie van hun functies in de loon groep en, de volgende rangen toegekend: a. bij indeling in loongroep I: ambtenaar groep 1 h. bij indeling in loongroep II: ambtenaar groep 2 c. bij indeling in loongroep III: ambtenaar groep 3 d. bij indeling in loongroop IV: ambtenaar groep 4 e. bij indeling in loongroep V: ambtenaar groep 5 f. bij indeling in loongroep VI: ambtenaar groep 6 g. hij indeling in loongroep VII: ambtenaar groep 7 h. bij indeling in loongroep VIII: ambtenaar groep 8 8. Voor de in het vorige lid bedoelde ambtenaren kan een titel of functiebenaming worden vastgesteld, welke zoveel mogelijk de inhoud van de functie weergeeft. artikel C 1Aan de ambtenaar, aan wie een taak wordt opgedragen, die naar ons oordeel niet voortvloeit uit of een onderdeel uitmaakt van zijn normale functie en waarvoor niet een toelage of ver goeding bij dit of enig ander besluit is vastgesteld, kan een door ons, vast te stellen vaste of tijdelijke toelage worden toegekend. 2. Aan de toekenning van deze toelage kunnen voorwaarden worden verbonden. 3. Een krachtens dit artikel verleende toelage kan worden inge trokken of verminderd, indien naar ons oordeel de voorwaarden en omstandigheden op grond waarvan de toekenning plaats had, niet of niet meer in dezelfde mate aanwezig zijn. Hoofdstuk II. Prestatiebeloning. artikel I) 1. Aan de ambtenaar, die in een loongroep is ingedeeld, wordt, indien de wijze van functievervulling naar het oordeel van ons of het door ons aangewezen hoofd van dienst daartoe aan leiding geeft en met inachtneming van de volgende bepalingen een prestatiebeloning verleend. - De prestatiebeloning

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1961 | | pagina 65