-4-
Na voorlezing van het schrijven deelt de voorzitter mede,
dat burgemeester en wethouders besloten hebben dit voorstel terug
te nemen voor nader onderzoek.
11, Voorstel tot aankoop van een perceeltje grond van E.K.Hoekstra
te Sneek.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
12, Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 12 der Lager
onderwijswet 1920 voor de aanschaffing van een handnaaimachine en
verduisteringsgordijnen door de Vereniging tot stichting en in
standhouding van scholen met de Bijbel te Wartena.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform
het voorstel besloten.
13, Beroepsschrift van mevrouw M.C.Alingh Prins-Halbertsma te Hillegers-
berg tegen een besluit van burgemeester en wethouders inzake weige
ring van een bouwvergunning.
Be heer Sjoerdsma vraagt, of in dit geval artikel 20 van de
Wederopbouwwet niet toegepast kan worden om de verbouw van het onder
havige zomerhuisje alsnog mogelijk te maken. Het huisje staat er al
jaren, en ligt mooi verscholen. Er zijn toch wel meer zomerhuisjes
verbouwd.
De heer Dantuma meent ook, dat de mogelijkheid moet worden ge
schapen om dit reeds lang bestaande huisje te verbeteren. Aan de
situatie verandert eigenlijk niets, want het zomerhuisje blijft als
zodanig bestaan.
Be voorzitter antwoordt, dat het niet mogelijk is voor dit ge—
val een gewone bouwvergunning te verlenen. Het gaat hier dus om de
vraag of hier artikel 20 van de Wederopbouwwet, waarop de heer Sjoerdsma
attendeert, toegepast kan worden.
Be heer Hondema zegt, dat artikel 20 noopt tot wijziging van
het uitbreidingsplan. Als het dan maar niet zo wordt, dat de^ gehele
meeroever beschikbaar komt voor de bouw van meerdere zomerhuisjes,
want dêit moeten wij juist niet hebben. Toepassing van artikel 20 zal
consequenties meebrengen en dat mag wel goed overwogen worden.
De voorzitter is het met de heer Hondema eens. Hij wijst even
eens op de gevolgen van een wijziging van het uitbreidingsplan. In
de afgelopen jaren zijn er enkele gevallen geweest van bouw of ver
bouw van zomerhuisjes in strijd met het uitbreidingsplan. Gedeputeerde
staten willen dit niet meer.
De heer Sjoerdsma zou in dit geval aan de wensen van reclamante
tegemoet willen komen en willen voorstellen een oplossing in die zin
te bevorderen, echter alleen dan als er geen consequenties uit voort
vloeien.
De voorzitter wijst er uitdrukkelijk op, dat bij het volgen van
de gesuggereerde gedragslijn de consequenties niet te overzien zijn.
Wij willen de mensen wel ter wille zijn, maar in gevallen als het
onderhavige moet men ook "neen" kunnen zeggen.
De heer Dantuma deelt de mening van de heer Sjoerdsma. Hij kan
zich niet begrijpen, dat de wettelijke voorschriften het verbeteren
van een bestaand zomerhuisje in de weg staan.
De voorzitter merkt op, dat het hier niet slechts een verbete
ring maar tevens een uitbreiding betreft.
De heer Sjoerdsma ziet van een voorstel af, nu hem blijkt, dat
aan de consequenties daarvan niet valt te ontkomen.
- De heer J.de Boer -