Beroepsschrift van mevrouw M.C.Alingh Prins-Haltertsma te Hillegers- terg tegen een tesluit van burgemeester en wethouders inzake weigering van een bouwvergunning. No. 2814. Aan de gemeenteraad. Grouw, 7 november 1961 Bij ons besluit van 8 augustus j.l. is aan mevrouw M.C.Alingh Prins-Halbertsma te Hillegersberg een vergunning geweigerd voor het veranderen van haar zomerhuisje "Marswier" te Grouw, staande op het perceel kadastraal bekend gemeente Grouw sectie A no. 2828. paarbij is overwogen, dat het betreffende perceel in het vigerende uitbrei dingsplan in hoofdzaak voor de gehele gemeente is bestemd voor lan delijke bebouwing en de gevraagde vergunning mitsdien niet kon wor den verleend. Tegen voormelde beslissing is mevrouw Alingh Prins, voornoemd, bij uw college in beroep gekomen binnen de voorgeschreven termijn. Appellante voert aan, dat: a. het zomerhuisje een woonkamer en een ruimte daarboven bevat, ter wijl zich vóór het huisje een terras en achter het huisje een houten bijgebouw, waarin een keukentje, een hok en een privaat bevindenj b. de bijbouw niet hetzelfde niveau als het huisje heeft, waar door verzakking optreedt, zodat reparatiewerkzaamheden noodzakelijk zijn; c. het hok het huisje ontsiert en het belang van het huisje en de om geving medebrengt, dat de bijbouw wordt vervangen door een aanbouw van hetzelfde materiaal en hetzelfde uiterlijk als het bestaande huisje; d. plannen ontworpen zijn, om 15 m2 meer terrein, thans begroeid met struikgewas te bebouwen; e. deze vergroting de bouw van twee slaapkamers medebrengt, teneinde huisvesting te kunnen bieden aan haar gezin met zes kinderen(en hun vriendjes); f. door uitvoering van het plan niet enig belang wordt geschaad, doch integendeel een beter harmonisch geheel zal worden verkregen; g. het uitbreidingsplan reeds 17 jaar oud is en er alle reden is tot herziening, omdat slechts moeizaam vergunning kan worden verkregen om bestaande opstallen te repareren en te moderniseren; h. als gevolg van de bijzondere tijdsomstandigheden een bouwvergun ning kan worden verleend met toepassing van artikel 20 der weder- opbouwwet; i. dat het gewenst is, de op het perceel rustende bestemming van "landelijke bebouwing" te vervangen door een bestemming voor recreatiedoeleinden. Op grond van een en ander verzoekt appellante de beslissing van ons college te vernietigen en haar alsnog de gevraagde bouwvergunning te verlenen. Naar aanleiding van dit beroepsschrift merken wij op, dat inge volge artikel 6, lid 2, der woningwet de vergunning moet worden ge weigerd, indien het plan, voor welks uitvoering zij wordt gevraagd, afwijkt van een goedgekeurd plan van uitbreiding. Het betreft hier - dus een -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1961 | | pagina 45