dus een imperatieve "bepaling. Het verlenen der gevraagde vergunning zou alleen mogelijk zijn na wijziging van het uitbreidingsplan in dier voege, dat het perceel alsnog wordt "bestemd voor de houw van zomerhuisjes. Eventueel zou op eon zodanige wijziging vooruitgelopen kunnen worden door artikel 20 der wederopbouwwet toe te passen, volgens hetwelk een tijdelijke bouwvergunning onder goedkeuring van gedepu teerde staten kan worden verleend. De vraag is echter, of dit wenselijk moet worden geacht. Zoals u bekend is, wordt door de toezichthoudende organen gestreefd naar concentratie van de zomerhuisjes, zulks om te voorkomen, dat de meeroevers en daarmede het landschapsschoon worden geschaad. V/ij kunnen ons met deze gedachte zeer wel verenigen, vandaar ook dat wij indertijd de vaststelling van een recreatie-oord hebben bevorderd, dat mede een concentratie van zomerhuisjes en bungalows beoogt. In verband hiermede zijn wij van mening, dat er geen aanleiding bestaat, de bestemming van het perceel van appellante te wijzigen hetzij door herziening van het uitbreidingsplan, hetzij door toepas sing van artikel 20 der wederopbouwwet. De aanvrage zal derhalve alleen getoetst moeten worden aan het bestaande uitbreidingsplan en aangezien het bouwplan strijd oplevert met de geprojecteerde bestemming, zal alleen tot weigering van de vergunning kunnen worden geconcludeerd. Wij stellen u dan ook voor, het bezwaarschrift ongegrond te ver klaren en ons aangevallen besluit te handhaven. Burgemeester en wethouders van Idaarderadeel, S.de Jong burgemeester, loco. D.Smits secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1961 | | pagina 47