Mo. 3032.
Onderwerp; Aanbieding Aan de gemeenteraad,
begrotingen 1962.
Grouwj 14 november 1961.
Wij bieden u hierbij aan de ontwerpen van de gemeentebegroting
en van de begroting van het gemeentelijk grondbedrijf, alsmede de
begroting van de Stichting "Friesma-Hiem"alle dienstjaar 1962
Ten aanzien van de financiële positie der gemeente in het komen
de begrotingsjaar veroorloven wij ons de volgende opmerkingen te ma
ken.
Gemeentebegroting
Algemeen.
De nieuwe regeling voor de financiële verhouding tussen het rijk
en de gemeenten, waarnaar door vele gemeentebesturen reikhalzend werd
uitgezien, is in de loop van dit jaar een feit geworden.
De regeling, welke aangehaald kan worden als de "Financiële Ver
houdingswet 1960", biedt voor zover deze gemeente betreft, weinig
soelaas.
Krachtens de nieuwe wet ontvangt de gemeente jaarlijks uit het
gemeentefonds een algemene uitkering, globaal bestaande uit;
a. f. 5>- pei* hectares
b. 5 maal de zuivere opbrengst van de hoofdsom der in de gemeente ge
heven grondbelasting op de gebouwde eigendomme 5
c. 80/£ van de gemiddelde kosten van sociale zorg over -voor wet 1962
betreft- 1957? 1958 en 1959? voorlopig te vermenigvuldigen met de
factor 135
d. een bedrag per inwoner, waarvoor voor 1962 f. 51 kan worden aange
houden.
Het totaal der algemene uitkering is voor 1962 becijferd op
f. 603.653,15 (zie hoofdstuk XI Par. 2).
Gemeenten, welker belastingcapaciteit (opbrengst hoofdsom en opcenten
van de personele belasting en grondbelasting, gedeeld door het aantal
inwoners) lager is dan de landelijke belastingcapaciteit (genoemde be
lastingen in het gehele land gedeeld door het aantal inwoners van het
land) genieten uit het fonds een belastinguitkering. Aangezien de
landelijke belastingcapaciteit op f. 9,40 kan worden gesteld en de ge
meentelijke op f. 12,38, komt deze gemeente niet voor een belasting
uitkering in aanmerking.
Behalve de algemene uitkering ontvangt de gemeente uit het ge
meentefonds jaarlijks een uitkering ter bestrijding van de kosten,
van het openbaar en bijzonder gewoon lager onderwijs en het uitg.breid
lager onderwijs, bestaande uit de volgende onderdelen;
a. voor stichtings- en inrichtingskosten; het aantal leerkrachten,
vermenigvuldigd met een bedrag variërend van f. 900,- tot f. 3500,-
afhankelijk van het bouwjaar der school;
b. voor onderhoud van schoolgebouwen; het aantal onderwijzers verme
nigvuldigd met f. 1350,-;
c. voor onderhoud van meubels en leermiddelen; het aantal leerlingen
vermenigvuldigd met f. 31,50(l.o.) of f. 74?- (u.l.o.);
- d. voor de -