-2-
Werkwijze
van hei'
bestuurs
orgaan,
Personeel,
benoeming,
schorsing
en ontslag.
Artikel 5
1De commissie vergadert tenminste twee maal per jaar en
voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of
tenminste twee leden dit, met opgaaf van redenen, verzoe
ken. In het laatste geval wordt de vergadering binnen twee
weken na de ontvangst van het verzoek gehouden.
2. De commissie besluit bij meerderheid van steramen. Elk lid
van de commissie brengt één stem uit. Bij staken van stem
men over zaken wordt het voorstel geacht .niet te zijn
aangenomen. Ingeval omtrent een benoeming de stemmen sta
ken, wordt een tweede stemming gehouden. Indien bij deze
tweede stemming de stemmen staken beslist terstond het lot.
3. De vergaderingen van de commissie worden, indien de commis
sie dit nodig acht, bijgewoond door de directeur.
Deze heeft een adviserende stem.
Artikel 6.
1 Aan he:t hoofd van de dienst staat een keuringsdierenarts
met de titel van directeur.
De" directeur heeft zijn woon- en standplaats binnen de
centrale gemeente.
In bijzondere omstandigheden kan de commissie van deze
verplichting ontheffing verlenen.
2. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis wordt de
directeur vervangen door een waarnemend directeur,
3. De directeur wordt in de uitoefening van zijn functie bij
gestaan door keurmeesters. De keurmeesters hebben hun woon
plaats binnen één van de deelnemende gemeenten.
De laatste volzin van het eerste lid van dit artikel vindt
overeenkomstige toepassing.
4. Met het voeren van de administratie van de dienst is do. in
artikel 4, lid 3, bedoelde secretaris belast, met de titel
Bezoldiging
rechts
positie
Kosten van
de keurings-
dienst
5.
s
van administrateur.
Met het geldelijk beheer van de dienst wordt belast één
der ambtenaren van de centrale gemeente, niet zijnde de
administrateur bedoeld in het 4e lid van dit artikel.
Artikel 7.
De in artikel 6 bedoelde ambtenaren van dedienst worden be
noemd, geschorst en ontslagen door dê commissie.
Artikel 8.
T. Up nm-nm-j ssi.e stelt voor de ambtenaren, genoemd in artikel 6,
sub 1, 2 en 3, de nodige instructies vast en regelt hun
bezoldiging.
2. Onder bezoldiging als bedoeld in het vorige lid, dient te
worden verstaan het salaris met inbegrip van periodieke
verhogingen, alsmede de emolumenten en toelagen, welke
voor de vaststelling van de pensioensgrondslag in aanmer
king komen.
3. De ambtenaren van de dienst worden geacht in dienét te
zijn van de centrale gemeente.
4. Op de ambtenaren van de dienst zijn van toepassing de
rechtspositieregelingen van de centrale gemeente.
Artikel 9.
Naast de "kosten van de vleeskeuringsdienst komen ten laste
van de samenwerkende gemeenten:
a. de kosten wegens rente en afschrijving, onderhoud, schoon
houden, verlichting en andere voorkomende kosten van de
slachtplaatsalsmede van de in de slachtplaats aanwezige
hulpmiddelen;
b. de toe te kennen vergoedingen op grond van de vergoedings
regeling bedoeld in artikel 1 van deze gemeenschappelijke
regeling.