Staande de vergadering stelt de heer Hondema voor aan de agenda toe te voegen punt: 32"Bespreking kwestie van de aan burgemeester en wet houders gestelde vragen inzake de door de gemeente verrichte werk zaamheden aan de bungalow van de heer Walda" Hondema: Mag ik mijnheer de voorzitter namens de fractie van de par tij van de arbeid enige woorden zeggen aangaande de vragen, die ge richt zijn tot burgemeester en wethouders, in verhand met de houw van de woning van de heer Walda. In de eerste plaats heeft hij vra genstellers voorgestaan een politiek spel te spelen of wilde men een man treffen die om het grote aanzien een zo waardig afscheid heeft gekregen als burgemeester der gemeente Idaarderadeel. En wanneer men de betreffende notulen na leest, dan is, door welke fractie dan ook, de heer V.alda geprezen voor hetgeen hij in het belang der gemeente heeft gedaan. Maar wij wisten toen ook al, dat er een paar raads leden waren die ondanks de mooie woorden al een samenspel hadden om een politiek spel te spelen waarin zij er niet tegen op zagen om de heer ïïalda daar de dupe van te laten worden. Onze fractie heeft geen bewondering voor de mensen, die getracht hebben om de onderscheiding, die de heer Walda op zijn dag van het afscheid is uitgereikt, nog ongedaan te maken, terwijl zij de eersten waren die hem kwamen geluk wensen. Wij vinden dit een onwaardig gedoe. Ook heeft men gemeend om een perscommuniqué te moeten verstrekken, waarin men verklaart, dat het wel meer was voorgekomen en dat men nooit een rekening daarvan had gezien ondanks dat bedoeld raadslid lid van de financiële commissie was. Bij ons weten heeft zij dit eenmaal meegemaakt als plaatsvervangend lid en het hieruit voortvloeiende rapport ook nog ondertekend. Ik heb gezegd, mijnheer de voorzitter, dat ik namens de fractie van de partij van de arbeid spreek maar wil niet verhelen dat dit is min één. Bit zeg ik maar bij voorbaat omdat die mensen die ik op het oog heb allang achter de schermen gewerkt hebben en waaraan de wethouderszetels niet vreemd zijn. Want wij weten maar al te goed, dat de telefonische verhouding tussen mej.Bosma en de heer J.J.de Boer van dien aard is, dat men kan zeggen dat dat een fractie apart is. V.ant het is nog niet zo koel lang geleden dat de heer van der Hem zei dat de heer de Boer te veel kletst, hetgeen werd beaamd door de heer van de Lageweg maar waarbij mej.Bosma wijselijk zweeg. Wanneer men oppositie wil voeren, dan eerlijk en loyaal, maar niet op deze manier. Want het leed en verdriet dat hier de familie Walda is aangedaan is meer dan ergerlijk en onwaardig voor een raadslid. Ik hoop vanavond geen scherpe woorden te moeten gebruiken. Persoon lijk vind ik het woord ergerlijk veel te fatsoenlijk. Deze verklaring is echter opgesteld in overleg met mijn fractie. Mej. Bosma, wijzende op art.49 van de gemeentewet zegt, dat er geen wettelijke rem aanwezig is om nogmaals de kwestie van de tuinaanleg in bespreking te brengen. Hierna spreekt zij de volgende rede uit: "Het is bijzonder jammer, dames en heren, dat onze gemeente door minder gewenste toestanden, in de belangstelling is komen te staan. Namens de minderheidsfracties van de raad, vertegenwoordigende de A.R., C.H.U. en V.V.B. meen ik het volgende onder uw aandacht te moeten brengen: De vragen, welke door ons aan burgemeester en wethouders zijn gesteld, zijn het gevolg van het feit, dat deze zgn. bungalowkwestie werd voor afgegaan door een ander laakbaar gebeuren. Enkele weken voorafgaande - aan de raadsvergadering - 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1962 | | pagina 17