de laatste paar jaar aan dit object besteed heeft, ik al helemaal achter deze vier leden sta. Mijn conclusie over een en ander zijn; dat, het driemanschap halda, de Jong, Uartena met elkaar verantwoor delijk is voor alles wat in en cm deze zaak is gebeurd? dat, de zoeven genoemde personen daarmede gehandeld hebben in strijd met de wet en in strijd met het gemeentelijk belang? dat, alle financiële schade, de gemeente daardoor berokkend, door de vermelde personen moet worden voldaan? dat, het opmaken van de rekening het werk moet zijn van personen die geen verplichtingen hebben tegenover of ondergeschikt zijn aan burgemeester en wethouders van Idaarderadeel; dat, gelet op de situatie van deze zomer in deze gemeente, gelet ook op hetgeen is gezegd in de raadsvergadering van 28 juni 1962 over personeelsgebrek en over de houding van gedeputeerde staten, het vertrouwen van gedeputeerde staten in het gemeentebestuur zal zijn geschonden, wat nog tal van jaren tot schade van de gemeente kan ziijn; dat, ook het vertrouwen van de inwoners van Idaarderadeel door een en ander geschokt is; dat, de raad van Idaarderadeel er niet voor mag terugschrikken alles te doen om dat vertrouwen en van de eigen inwoners en van de ho gere overheid zo spoedig mogelijk terug te krijgen; dat, het daarom als een gemeentebelang moet worden gezien dat de leden o.I .de Jong en R.y.Uartena, voor het raadslidmaatschap bedanken en dat nu doen. Fijnheer de voorzitter. Het is nu dat ik een kort persoonlijk woord tot de wethouders zou willen richten. Het is meer dan vijf en twintig jaar geleden, dat ik mijn vriend Rinze Uartena voor het eerst als raadslid de hand kon drukken, .e zaten toen ieder nog aan een kant van de politieke schutting, die schutting was wrak maar onze vriend schap hecht en sterk. Je waren beide zeer verheugd, toen wij in het jaar 1946 die schutting konden omtrappen en verder konden bouwen aan het algemeen belang in e'efn partij, de partij van de arbeid, Hij heeft nu een misstap begaan, maar hij heeft daarbij niet zijn eigen belang en voordeel gezocht. Als hij nu terzijde stapt in het belang van de gemeente, dan zal geen weldenkend mens hem daar minder om achten. Ik hoop voor hem dat hij deze stap doet en dat onze vriendschap nog lange jaren blijven mag zoals zij thans is. Toen ik verscheidene jaren lang, als jonge man deel uitmaakte van de raad, darr in het oude gemeentehuis, zat naast mij de Grouvreter ar beider kees de Jong. ITa de bezetting kwam er een nieuwe tijd met nieuwe mensen en het was toen dat zijn zoon Sipke de Jong naar voren kwam. In de noodraad van 1945 heb ik als voorzitter van de fractie van de S.D.A.P. hem kandidaat gesteld voor het wethouderschap en hij is dat tot op heden gebleven. Hij is niet alleen wethouder in naam, hij is inderdaad gemeentebestuurder geweest. Alle onderdelen van het gemeen telijk apparaat waren hem bekend, in alles voelt men zijn hand. Hij is, voortgekomen uit een arbeidersgezin, uitgegroeid tot een figuur, die in de opbouw en de uitbouw van onze gemeente een onvergetelijke indruk achterlaat. Hij heeft van zijn wethoudersschap iets gemaakt waar hij trots op kan zijn en waar wij met respect op terug zien. Ik hoop dat hij vanavond door zijn v. :ggaru zal zijn zoals hij als wet houder is geweest: een man van formcat. Beide partijgenoten, wees er van overtuigd, dat het mij zwaar is ge vallen dit alles hier vanavond te zeggen, maar ik kan niet anders. Ik hoop dat u van mij aanneemt dat mijn plicht en niets anders dan mijn plicht mij daartoe gedreven heeft.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1962 | | pagina 31