f fractievergadering ren 6 augustus Mevrouw kuiper inhakende op de woorden van de heer de Boer, zegt dat deze aan "beide wethouders nog alle lof he efTroegezwaaTdYMocht er wel iets geheurd zijn, dan nog staat zij achter de wethouders. Wethouder de Jong zegt in eerste instantie een antwoord te willen geven op de door mejuffrouw Bosma en de heer J.Joh.de Boer gestelde vragen over de werkzaamheden voor de heer Walda verricht. Spreker zegt aanvankelijk te hehhen gemeend, dat het in de Bedoeling lag om de persoon van de heer Walda te treffen. Boor het Betoog van mejuffrouw Bosma loopt echter een draad waaruit Blijkt, dat het tevens om de persoon van hem, wethouder de Jong, gaat. Het spijt spreker dat men terugkomt op de tuinaanleg. Inderdaad heeft hij ge zegd, dat het mis is geweest dat de raad hierin niet gekend is, hoewel spreker van plan is geweest dit in Besloten zitting te Be handelen. Als wethouder heeft spreker nooit gezegd dat dit de Burge meester was aangeBoden. Het is hem voldoende Bekend, dat een wet houder zo iets niet mag doen. Wel kunnen Burgemeester en wethouders aan ambtenaren toestemming verlenen om in hun eigen tijd voor derden te werken. Werk in gemeentetijd moet echter Betaald worden. Spreker heeft indertijd Bij het stencilen van het Bestek nog gezegd: "Burgemeester, dit kost geld.Be aan de heer Walda toegezonden rekening is door de nieuwe Burgemeester opgesteld en Behoort dus tot dienSv,competentie. Be heer de Boer heeft voorts nog tot wethouder Y/artena en hem gesproken. Zelfs heeft hij niet geschroomd de vader van spreker hierbij aan te halen. Hier zijn persoonlijke woorden ge sproken, die met de zaak niets hebben uit te staan. Spreker herinnert aan een vergadering over de Meanewei-kwestie, nu jaren geleden, die onder voorzitterschap van de heer de Boer stond en waar de fractie van de Partij van de Arbeid was uitgenodigd. Boor de heer van der Mark werd spreker toen toegevoegd of hij soms vergeten was uit welk nest hij was gekropen, een uitlating die de heer de Boer als voor zitter tolereerdeBpreker vindt dit heel erg. Ook heeft de heer de Boer gemeend de aanstelling van zijn zoon Bij de fa.Kronenburg te Hedel in verband te moeten Brengen met de aanschaffing van de nieuwe Brandweerauto, Tegenover de voorzitter van de fractie heeft hij toen de woorden gebruikt "Bit stinkt zeker ook.Spreker noemt dit huichelarij en schaamt zich door de heer de Boer als partijge noot aangesproken te worden. Hierna legt spreker namens zijn collega Wartena nog de volgen de verklaring af. Mijnheer de voorzitter, dames en heren. Mede namens mijn collega Wartena, nog een enkel woord over deze kwestie. Tege.>-. mijn gewoonte in, zal ik deze woorden uitspreken in het Nederlands. Het is toch zo, dat van de onderha- ige kwestie niet in de eerste plaats een gemeentelijke is gemaakt, zelfs niet een Priese, maar een Nederlandse. Voordat het college van Burgemeester en wethouders officieel in het Bezit gesteld was van de vragen, was de gehele Nederlandse dagbladpers reeds ingelicht. Y/aarom deze procedure gevolgd is, zal naar ik aanneem een zekere Bedoeling hebben, maar, u houde mij ten goede, dat het Bij ons wel enige vermoedens opwerpt. Ik meen dat door het door ons gegeven antwoord op de gestelde vragen, de kwestie duidelijk genoeg gesteld is. Y/ij aanvaarden vol ledig de verantwoordelijkheid voor de gang van zaken, sn die verant woordelijkheid menen wij tot uitdrukking te zien gebracht, hierin, dat de heer Walda een rekening is ter hand gesteld, voor, voor - hem -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1962 | | pagina 33