- 3 - Verkiezing van 2 plaatsvervangende leden: Bij de eerste stemming worden uitgebracht op: Mej. I.Bosma s 12 stemmen; 3.de Boer 10 stemmen; P.van der Hem: 1 stem; Mevr. Kuiper 1 stem, zodat mej. Bosma en de heer 3.de Boer benoemd zijn. 14. Voorstel tot vaststelling van het bedrag, bedoeld in artikel 55bis der Lager-ondervvijswet 1920 voor het jaar 1963» Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 15. Voorstel tot aankoop van grond van H.Langhout te Wartena. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 16Voorstel tot wijziging van de toelatingsdata voor de openbare kleuter scholen. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 17Voorc tr1 tot het aanleggen van een sportterrein te Roordahuizum. De heer Van der Meer zegt, dat hij behoefte heeft namens de sportcommissie te Roordahuizum aan burgemeester en wethouders dank te zeggen voor de wijze waarop en de voortvarendheid waarmee zij deze zaak hebben aangevat, waar door het plan ook bij overige instanties goed ontvangen is. Daaraan zal voorts niet vreemd zijn het feit, dat de bevolking van Roordahuizum en om streken zo intens heeft medegewerkt aan de verwezenlijking van"de aktie. Het heeft alle verwachtingen overtroffen. De voorzitter dankt voor de woorden van waardering aan het adres van bur- gemeester on wethouders. Het vele werk door de bevolking zelve verricht en de daarbij aan de dag gelegde aktiviteit verdienen alle lof. Daardoor was het mogelijk het plan tot realisatie te brengen. De heer Van de Lageweg: "Zijn burgemeester en wethouders er zeker van, dat het resterende bedrag gedekt kan worden door aanwending van een deel der saldi-reserve?" De voorzitter: "Officiéél zeker nog niet, maar wij nemen aan, dat van ho ge rhanT~daarte gen geen bezwaren zullen rijzen". Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten. 18. Voorstel tot het treffen van een verkeersmaatregel in verband met de bouw van een nieuwe brug te Y>rarga. De heren Van der Hem en Postma vragen, of het verkeer over de brug ook door middel van borden en lichten geregeld zal worden en welke borden ge bruikt zullen worden. De voorzitter antwoordt, dat het verkeer in de richting Leeuwarden voorrang krijgt en ter aanduiding daarvan aan de ene zijde van de brug een blauw bord met witte en rode pijl zal worden geplaatst. Aan de andere zijde moet dan een rond bord met rode en zwarte pijl geplaatst worden. Voorts zal een maximum snelheid van 6 km. gelden. Deze maatregelen achten wij voldoende. Wij willen de zaak niet al te ingewikkeld maken, anders worden de voor schriften toch niet nageleefd. De heer Van de Lageweg meent, dat het noodzakelijk is aan weerszijden van de brug stoplichten aan te brengen, omdat ter plaatse absoluut geen uit zicht is door de aanwezigheid van het huis van Albertsma. - De heer S.de Boer -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1963 | | pagina 11