- 3 - buitengewoon hoog niveau stonden. Dit belooft veel goeds voor de animo van de jongeren voor de openbare zaak. De heer Sjoerdsma mist de cultu rele beschouwing in deze materie. Misschien zal er nog eens een afzon derlijke cultuurnota verschijnen. De heer Van de Lageweg zegt, dat hij punt 1 van de Kanttekeningen kan onderschrijven n.l. dat het platteland zijn agrarisch karakter moet be houden. Daarnaast acht hij recreatie wel nodig, indien men voor de aan leg van recreatieoorden uitsluitend gebruik maakt van slechte grond, welke voor de landbouw van weinig waarde is. De cultuurgrond moet zoveel mogelijk voor agrarische doeleinden behouden blijven. Concentratie van industrie zal het agrarisch karakter van het platteland kunnen beïnvloe den. 3pr. wijst er op, dat door het aantrekken van industriearbeiders een zekere spanning kan ontstaan op de arbeidsmarkt, omdat de lonen in de industrie hoger liggen dan in de agrarische sector, niettegenstaande de agrarische werknemer langere werktijden heeft. Optrekking van de lo nen in die sector is daarom nodig. De heer Van der Hem is van oordeel, dat de industrie geconcentreerd moet worden in de grotere dorpen, zoals Grouw, ïïarga en ïïartena. Als voorbeeld noemt hij Winsum, dat zijn bloei dankt aan de vestiging van industrie. Gestreefd moet worden voor de werknemers in die dorpen woongelegenheid te scheppen. Het moet niet nodig zijn, dat van heinde en verre werk krachten voor de industrie moeten worden aangevoerd. De heer S.joerdsma vindt ook, dat het landelijk karakter van het platte land bewaard moet blijven. Zonder daarmede in strijd te komen, kan en moet men de ontwikkeling op ander terrein ook stimuleren, zoals bijvoor beeld de recreatie. In een gebied, waar recreatiemogelijkheden aanwezig zijn, moeten deze ontwikkeld en tot exploitatie gebracht worden. Econo misch gezien heeft de recreatie meer te betekenen dan landbouw. Dit bete kent geenszins een discriminatie van de boerenstand ten opzichte van an dere bedrijfstakken. De industrieën, die niet in een kerngebied liggen, worden achtergesteld bij de overige. Het gevolg daarvan is, dat het aan trekken van verschillende industrieën in de niet-kerngebieden daardoor wordt tegengehouden. De aanwezigheid van êên grote industrie in een dorp betekent maatschappelijk gezien grote kwetsbaarheid; dat hebben wij in de dertiger jaren ondervonden. De heer Hondema meent, dat men in de eerste plaats de recreatiemogelijk heden moet ontwikkelen in die gebieden, welke daarvoor naar hun aard van nature geschikt zijn. Het standpunt van de heer Van de Lageweg om dit uit sluitend te doen in gebieden met slechte grond, is daarom moeilijk te re aliseren. Bij de recreatie rondom de grote steden houdt men daarmede toch ook geen rekening. De voorzitter, de verschillende sprekers beantwoordende, merkt op, dat men moeilijk kan verwachten, dat het rapport en de beschouwingen van burge meester en wethouders daaromtrent volledig en waterdicht zijn. Hier en daar zit er wel een leemte. Zo bijvoorbeeld het dorp Wartena, dat een agrarisch dorp is. Zou dit economisch gezien geen betere kansen hebben, wanneer men naast de landbouw meer bestaansbronnen zou aanvoeren waar door het economisch draagvlak groter wordt. Aan het agrarisch karakter, landschappelijk zowel als maatschappelijk, behoeft dit geen afbreuk te doen. Wel kan men stellen, dat door de rationalisatie in de industrie en andere sectoren het aantal voor de landbouw beschikbare werkkrachten ver mindert. Deze ontwikkeling behoeft niet ongunstig genoemd te worden. Y/at de recreatie betreft, moet de heer Van de Lageweg wel begrijpen, dat wij de mogelijkheden daarvoor moeten bekijken uit een oogpunt van Y/at in onze gemeente mogelijk is. Recreatie kan slechts gevestigd v/orden, waar recre atiemogelijkheden zijn, ongeacht of er goede dan wel slechte cultuurgrond aanwezig is. wanneer wij keuze hebben, dan nemen wij natuurlijk de goed koopste, de slechte grond. Het aantrekken van industrie in de dorpen Grouw, Y/arga en Wartena, zoals de heer Van der Hem betoogt, lijkt Spr. een vrome - wens

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1963 | | pagina 11