- 5 - Mevrouw Kuiper meent, dat de gemeenteclassificatie voor de tegenwoordige tijd heeft afgedaan. De afschaffing van de classificatie zou de leefbaar heid van het platteland in sterke mate kunnen bevorderen. De heer Van de Lageweg wijst er op, dat de classificatie ook in ander op zicht dikwijls niet billijk is. Wirdum bijvoorbeeld is hoger geclassifi ceerd dan V/arga en Wartena. Dit acht Spr. niet juist. Het geval Y/irdum is een gevolg van een Duitse maatregel, waardoor dit dorp in de bezettings- de gemeente Leeuwarden is ingedeeld, niettegenstaande het dorp /agrarisch een karakter heef t. Uat punt 9 betreft zegt de voorzitterdat Y/artena buitengewoon gunstig is gelegen voor mensen, die van de watersport houden. Dit dorp biedt naast de reeds gevestigde industrie en de landbouw andere ontwikkelingsmogelijk heden, zoals recreatie en forensisme, waardoor Y/artena tot de potentieel zelfstandige dorpen kan worden gerekend. Met betrekking tot punt 10 van de toelichting van burgemeester en wethou ders zegt Spr., dat het Jongerenberaad bij een motie heeft voorgesteld de woorden "van groot belang" te wijzigen in "noodzakelijk". De heer De Boer zegt, dat punt 8 betreffende de clustervorming nauw samen hangt met punt 10, handelende over bundeling en coördinatie van taken en aktiviteiten. Dat het Jongerenberaad door de motie daarop de klemtoon heeft gelegd, kan hij volkomen onderstrepen. Het gehele rapport draait eigenlijk w om dit ene punt; van de gehele materie is dit de hoofdzaak. Hij hoopt, dat andere soortgelijke gemeenten als de onze dit ook zo aanvoelen. De tegen woordige tijd eist dringend samenwerking van diensten en coördinatie van taken, waarbij wij zelfs tot over de gemeentegrenzen moeten zien. De heer Van der Hem gelooft, dat voor bepaalde taken inderdaad samenwer king tussen gemeenten mogelijk is, zoals bijvoorbeeld bij de lektuurvoor- ziening is geschied. Maar hoe denkt men deze samenwerking in de sector woningbouw? Het lijkt hem praktisch niet uitvoerbaar, dat bij samenwerkin'g van bijvoorbeeld vier gemeenten,de vier gemeenteraden de beschikbare bouw capaciteit moeten verdelen. De voorzitter zegt, dat hij een concrete oplossing daarvan op dit ogenblik ook nog niet ziet. Het woningvraagstuk is een moeilijk probleem, waarmee de gemeentebesturen gemeentelijk al veel moeite hebben. Toch lijkt het hem goed, dat het probleem in het verband van de samenwerking van gemeenten gesteld wordt. V/anneer bijvoorbeeld een groep van vier gemeenten 40 wonin gen zou toegewezen krijgen, kan dit voor 4 dorpen 10 woningen per dorp be tekenen. Als een gemeente daarentegen 10 woningen moet verdelen, betekent dit, dat er per dorp slechts 3 M kunnen worden gebouwd. Het eerste geval veel aantrekkelijker, omdat de aannemer goedkoper 40 woningen ineens kan bouwen dan in secties van 3 of 4« Dit is slechts een voorbeeld, hoewel dit systeem natuurlijk ook nog wel problemen zal scheppen. Tot nog toe is dit nog nooit geprobeerd. Daarom is het van belang, dat dit eens tot de bodem onderzocht wordt. De heer Van de Lageweg gevoelt niets voor concentratie van de woningbouw over meerdere gemeenten, omdat hij vreest, dat de kleinere dorpen dan he lemaal niet aen hun trekken zullen komen. Gemeentelijk zou men het systeem kunnen invoeren door bijvoorbeeld het ene jaar Grouw en Y/artena te voorzien en het volgende jaar Varga en Roordahuizum. Het nadeel van samenwerking met verschillende gemeenten is, dat de ?:aad zich daardoor zelf beperkingen op legt. De raad is enigszins gebonden, omdat, wanneer hij zich tegen samen werking met een groep gemeenten verzet, deze gemeenten daardoor worden te gengewerkt. Het concentreren van de reinigingsdiensten lijkt Spr. wel van belang, al thans voor die gemeenten, wier wagenpark slechts een gedeelte van de week in gebruik is. De heer Sjoerdsma staat volkomen achter de motie van het Jongerenberaad. Mevrouw Kuiper verklaart zich voor coördinatie van woningbouw, althans voor een onderzoek naar de mogelijkheid daarvan. In principe gelooft zij, dat men goedkoper 12 woningen ineens kan bouwen dan 3x4 woningen. De heer Van der Meer bepleit eveneens concentratie van daarvoor in aanmer king komende taken en diensten, hoewel dit aanvankelijk nog wel eens op - tegenstand -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1963 | | pagina 15