- 3 -
Volgens de lieer Kleefstra, Aegum, is dit voor Idaard eigenlijk al
te laat. Er zijn namelijk al een paar winkels opgeheven.
Ee heer MBoumaG-rouwvindt het een groot nadeel, dat de industrie
in G-rouw bestaat uit slechts 2 grote bedrijven. Als er eens een
crisis mocht komen, verwacht hij een grote werkloosheid. Vv'anneer
de hier gevestigde industrie meer gedifferentieerd was, zou de kans
hierop veel kleiner zijn.
Ee voorzitter noemt als voorbeeld Abcoude, waar een zeer groot aan
tal mensen buiten de gemeente werkt, in een groot aantal verschil
lende bedrijven. In zo'n geval is inderdaad de kans op veel werk
loosheid geringer.
Ee heer Swierstra ziet wel mogelijkheden voor het dorp Warga, zowel
voor forenzen" als voor de recreatie. Volgens hem wordt hiervoor in
Warga niet genoeg gelegenheid geschapen.
Mej. Stelwagen te Warga en de heer MBouma te Grouw zijn het hier
mee niet eens. Volgens mej. Stelwagen wil"degene, die zich in het
waterland vestjgfc, liever zo dicht mogelijk bij het water wonen. Eus
bijvoorbeeld liever in Wartena dan in Warga. Ee heer Bouma is van
mening dat het aantrekken van forenzen in Warga tot gevolg zou hebben,
dat men in Warga woont, terwijl men in Leeuwarden werkt, en zijn
vrije tijd elders doorbrengt. Voor het dorp zelf levert -it niet
veel voordeel op.
Ee heer Stelwagen, Grouw, gelooft niet dat de forenzen uiteindelijk
in de kleine dorpen willen wonen. Hij is van mening, dat het agra
risch karakter van deze gemeente behouden moet blijven. Eit
is een belangrijke trekpleister voor de toeristen.
Ee heer Bro1sma meent, dat men de forenzen zoveel mogelijk moet
concentreren. Ee heer Kooistra wenst daarentegen een spreiding over
d e gehe1e geme ent e
-^e voorzitter zegt, dat het niet >'e bedoeling is om de industriën
midden m het open landschap te brengen. Hij stelt de vraag, of men
de gemeente voor bijvoorbeeld 50%o agrarisch moet houden, of mis
schien minder
Unaniem is de vergadering van mening, dat het percentage lager dan
50% kan zijn.
Hierna komt aan de orde een hoofdelijke stemming over de vraag, ofmen
de forenzen eventueel al of niet in één of twee dorpen moet concen
treren, Van de 19 aanwezigen spreken zich 11 tegen concentratie uit.
Ee overige 8 zijn vóór.
Ee heer Kalsbeek, Y/artena, brengt nog de mening naar voren, dat het
gem e ent e*ö es tuur bij de recreatie ook met de andere dorpen rekening
moet houden.
Hierna wordt de leefbaarheid der kleine dorpen besproken. Ee leef
baarheid van een dorp is naar de mening van burgemeester en wethouders
pas aanwezig, als er:
a. voldoende werkgelegenheid is;
b. de mogelijkheid om het gewenste onderwijs te volgen;
c. genoeg woningen enz.
Zo kan de vraag worden gesteld of Roordahuizum, ongeveer 800 in
woners, met een goede gemeenschapszin (hetgeen blijkt uit de aanleg
van het sportterrein) een leefbaar geheel is.
Alle aanwezigen zijn de mening toegedaan, dat dit met Roordahuizum
wel hot geval is.
Alleen wordt door de heer Stelwagen de vraag gesteld, of daar straks,
wanneer de fabriek verdwijnt, nog wel voldoende mogelijkheden zijn
om v/at te bereiken.
- Ee heer de Haan -