- 2 -
7Voorstel tot het verstrekken van voorschotten op de vergoeding, bedoeld
in artikel 101 der Lageronderwijswet 1920 ten "behoeve van de bijzondere
scholen voor gewoon lager onderwijs voor het jaar 1963.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten*
Behandeling van de interim-nota inzake de ruimtelijke ontwikkeling van
het Friese platteland.
Be voorzitter deelt mee, dat de interim—nota en de nota van Burgemeester
en wethouders punten van uitvoerige discussie zijn geweest in de verga
dering van het Jongerenheraad in deze gemeente, wat geleid heeft tot het
aannemen van een motie, ter kennis te hrengen van de gemeenteraad. De
motie, die behelst in de eerste regel van punt 10 de woorden "van groot
belang" te vervangen door "noodzakelijk", wordt door de voorzitter voor
gelezen.
De heer Hondema zegt, als eerste spreker, dat hij niet in herhaling wil
treden van hetgeen reeds in de vergadering van het Jongerenheraad naar
voren is gekomen. Met grote belangstelling heeft hij de bespreking van
de interim-nota gevolgd en de indruk gekregen, dat dit onderwerp heel
serieus en goed besproken is. De inhoud van de nota biedt naar spreker's
mening veel stof voor discussie, wat nog niet inhoudt, dat alle daarin
gestelde mogelijkheden geconcretiseerd kunnen worden. In vergelijking
met vroeger is er, ook op het platteland, heel wat veranderd. Van de
kleine bedrijven en ambachten, vooral in de kleine dorpen, zijn weinig
overgebleven. Ook in de agrarische sector wijzigt het aspect zich de
laatste jaren als gevolg van de toenemende mechanisatie, welke een nood
wendig gevolg is van gebrek aan arbeidskrachten op het platteland. Spr.
meent, dat het agrarisch karakter voor het platteland tot op zekere hoog
te wel bewaard moet blijven. Het aantrekken van industrie lijkt erg ver
leidelijk, omdat men daardoor ook de maatschappelijke en sociale voor
zieningen kan opvoeren, bijvoorbeeld meer woningen. Industrievestiging
en -uitbreiding moet ook gepaard gaan met meer woningbouw, want andera
blijft het euvel van vervoer van elders wonende werknemers naar en van
het werk bestaan. De omvang van dit vervoer is als gevolg van woning
gebrek langzamerhand zo groot geworden, dat dit een behoorlijk kapitaal
verlies betekent. Daarom kan men zich afvragen, of het niet beter ware
geweest, dat men in het verleden meer woningen gebouwd had. Nu is het te
laat, omdat velen de huren van de thans te bouwen woningen te hoog vinden,
chteraf bezien, is men geneigd te zeggen, dat het wellicht anders had
gekund. Wat de samenwerking tussen verschillende gemeentenbetreft, meent
Spr., dat deze voor bepaalde taken en diensten moet worden bevorderd.
Vooral op het terrein van de watersport en de recreatie is meer samen
werking mogelijk en nodig. Kaar ook voor andere in het rapport genoemde
diensten kan samenwerking besparing en betere verzorgingsmogelijkheden
betekenen. Wanneer bepaalde grenswijzigingen van belang zijn, moeten
deze worden voorbereid.
De heer Van de Lageweg verzoekt dit onderwerp niet in zijn geheel te be
handelen, maar punt voor punt.
Be voorzitter heeft daartegen geen bezwaar.
De heer De Boer zwaait burgemeester en wethouders lof toe voor het ini
tiatief inzake het Jongerenheraad. De besprekingen daarin stonden op
hoog niveau, hetgeen aanleiding kan zijn op deze weg voort te gaan.
De heer Sjoerdsma zegt, dat hij in dit rapport heeft gemist een beschouwing
over het culturele leven. Hij vindt dit een leemte in de nota, omdat het
geheel niet kan worden bezien zonder daarbij de ontwikkeling van de cul
turele zaken in ogenschouw te nemen. Het aantal cultuurraden ia nog ge
ring. Spr. acht het gewenst, dat er meer cultuurraden worden ingesteld.
De voorzi uter wil zich gaarne aansluiten bij de woorden van de heren
Hondema en De Boer, voor wat betreft de behandeling van dit onderwerp
in het Jongerenheraad. Hij heeft besprekingen als de onderhavige elders
dikwijls meegemaakt en kan in vergelijking daarmede tot zijn vreugde
constateren, dat de discussies door dit Jongerenheraad inderdaad op
- buitengewoon -