2. Indien meer dan éên emmer ter beschikking wordt gesteld, is "boven
het "bedrag, dat krachtens het eerste lid van dit artikel moet worden
"betaald, per jaar en per emmer een aanvullend recht verschuldigd van
f 3j30 voor de 2e, 3e en 4e en f 6,60 voor de 5e en volgende in ge
bruik gegeven emmer.
Artikel 6.
Het in artikel 1 sub c bedoelde recht bedraagt f 1,20 per keer.
Artikel 7
Het in artikel 1 sub d bedoelde recht bedraagt per keer:
a. bij een inhoud van 2,5 m3 en minder f 42,
b. bij een inhoud van meer dan 2,5 m3 f 42,vermeerderd voor elke m3
of gedeelte daarvan boven 2,5 m3 met f 21,
Artikel 8.
De gebouwen, bedoeld in artikel 10, sub b, worden, wat betreft het
bedrag van het daarvoor verschuldigde recht gelijkgesteld met percelen,
waarvan de huurwaarde f 200,tot f 400,bedraagt.
Artikel 9.
Indien het over enig jaar krachtens deze verordening verschuldigde
recht wordt berekend naar de huurwaarde volgens de personele belasting,
dan geldt als maatstaf de huurwaarde over het op 1 januari van dat jaar
lopende belastingjaar van de personele belasting.
Artikel 10.
De rechten, bedoeld in de artikelen 4 tot en met 7 zijn verschul
digd:
a. door de persoon, die als hoofdbewoner van het betrokken perceel be
hoort te worden beschouwd;
b. door de hoofdbewoner of gebruiker van openbare en andere van de perso
nele belasting vrijgestelde gebouwen.
Artikel 11
1De rechten zijn in enig jaar slechts voor de helft verschuldigd,
wanneer de in artikel 1, sub a en b, bedoelde diensten na 1 juli van
dat jaar een aanvang hebben genomen.
2. Bij vertrek uit de gemeente wordt, indien dit plaats vindt vóór 1 juli,
over het lopende jaar ontheffing verleend tot de helft van de ver
schuldigde rechten, mits de daartoe strekkende aanvraag vóór 1 augus
tus van dat jaar bij burgemeester en wethouders is ingediend. In alle
andere gevallen heeft geen ontheffing plaats.
3. Indien de belastingplichtige niet in staat is, anders dan met buiten
gewoon bezwaar de belasting of de volle belasting te betalen, kan de
belasting op verzoek van de belastingplichtige door burgemeester en
wethouders nadat de gemeente-ontvanger daaromtrent is gehoord, geheel
of gedeeltelijk worden afgeschreven.
Artikel 12.
1. Hij, die van de in artikel 1 omschreven diensten gebruik wil maken,
richt een daartoe strekkend verzoek tot de directeur van gemeente
werken
2. Omtrent het tijdstip van uitvoering van de in artikel 1 sub d bedoelde
werkzaamheden wordt, voor zover de dienst dit toelaat, met het verlang
en van de aanvrager rekening gehouden.
- Artikel 13- -
