GEMEENTE iDAARDERADEEL
GROUW
Schriftelijke vragen van het lid van de raad
mejI.Bosma.
No. 2635»
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 23 oktober 1963»
Het lid van de raad, me jI.Bosma, heeft onder dagtekening van
14 oktober j.l. de volgende vragen tot ons college gericht?
1. Is het juist, dat naar de Raad uit persberichten mocht vernemen, door de
burgemeester namens het college van burgemeester en wethouders op
zaterdag 5 oktober 1963 een deel van de voormalige openbare lagere school
te Grouw in bruikleen is gegeven aan een Jongerenorganisatie
2. Kunnen burgemeester en wethouders mededelen krachtens welk(e)
artikel(en) zij de bevoegdheid menen te bezitten, aan de gemeente toe
behorende eigendommen te verpachten eventueel in bruikleen te geven,
zonder daartoe door de raad gemachtigd te zijn
3. Waar in het persbericht gesproken wordt van "ons eigen clubgebouw" waaruit
mag worden aangenomen, dat bedoelde lokaliteit voor lange termijn is afge
staan, kunnen burgemeester en wethouders de raad mededelen voor hoe lang en
op welke voorwaarden een en ander is toegezegd
4. Yiïaar uit de publicaties is gebleken, dat de leden van bedoelde Jongeren
organisatie zich belangrijke offers, zowel van geldelijke aard als anders
zins, hebben getroost om bedoeld lokaal doelmatig in te richten, kan daaruit
ook voortvloeien een verzoek tot schadeloosstelling, wanneer op last van
autoriteiten, bedoeld lokaal op korte termijn weer ter beschikking van de
gemeentelijke overheid moet worden gesteld
Ons antwoord luidt als volgt?
1Dit is niet juist.
2. Bij brief van 19 april j.l., no. 1003, is door ons een lokaal van de toen
malige Master Wielsmaskoalle in gebruik gegeven aan de jeugdgroep Jonge
Strijd" te Grouw.
De bevoegdheid hiertoe steunt op de bij raadsbesluit dd. 27 oktober
1952, no. 12, vastgestelde verordening tot regeling van de voorwaarden en
bepalingen, waaronder vergunning wordt verleend tot het gebruik van schoo
en gymnastieklokalen.
Nu sedert 8 juni j.l. bovengenoemde school niet meer voor het geven
van onderwijs wordt gebruikt, zal aan het gebouw een nadere bestemming^
moeten worden gegeven. Deze aangelegenheid is indertijd op informele wijze
met de raad besproken.
- Zoals -