- 6 -
gemeente maar een "bedrag van f 2,50 geven, dan zou daarmee de goede wil kunnen
blijken.
De heer Sjoerdsma vindt, dat het euvel van het vloeken bestreden moet worden,
maar dit moet in de eerste plaats geschieden in het gezin en verder ot> de scho
len en m de kerken.
Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders aangenomen met 10
tegen 3 stemmen. Tegen stemmen de heren Van de Lageweg, Van der Hem en Els enge,
21 Aanv:rage om subsidie uit de gemeentekas van de Stichting Militaire Tehuizen rrn
het Humanistisch Thuisfront te B nr
22, Aanvrage om subsidie uit de gemeentekas van de Stichting Humanistisch Thuir-
front te Bussun.
Aangezien beide verzoeken van dezelfde strekking zijn, worden de punten 21
en 22 tegelijk in behandeling genomen#
Zonder discussie worden de voorstellen van burgemeester en wethouders aange
nomen met 10 tegen 3 stemmen. Tegen stemmen de heren Van de Lageweg, Van der
Hem en Elsenga.
2-^* Aanvrage om verhoging van subsidie uit de gemeentekas van de Stichting Friesland
voor Maatschappelijk Werk te Leeuwarden.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
besloten.
24Behandeling van de begrotingen voor het dienstjaar 1964.
De voorzitter geeft, zoals gebruikelijk is bij begrotingsvergaderingen,
gelegenheid voor algemene beschouwingen.
De heer Van de Lageweg doet dit namens de fracties van de C.H.U. en de A.R,
met de volgende dichterlijke ontboezeming:
"Door een tijd van stormgetij
Kwamen wij weer naderbij.
De zaak is weer wat opgelost,
Ieder staat op zijn eigen post.
Draagt vooral in deze tijd
Een zware verantwoordelijkheid.
We kwamen in het vorig jaar
Samen tweemaal bij elkaar
Om de begroting te besnoeien,
En het tekort zo weg te roeien.
Wij werden door G.S. onderdrukt,
Zo is het eindelijk dan gelukt,
Dat wij na lang wikken en wegen
Een sluitende begroting kregen.
Hu staan wij samen hier weer klaar
Voor het reeds allang begonnen jaar.
De begroting is, als het zo doorgaat,
Met vijf jaar juist êên jaar te laat.
Ik denk zo, B. en W. het is wel goed
Te betrachten de grootste spoed.
Het behoort, en dat meen ik waar,
Te geschieden vóór het nieuwe jaar.
Zit men nu over de begroting gebogen,
Dan is men bijna weer bewogen,
Over de 56000 gulden tekort,
En vraagt men wat dit toch wordt.
Want B. en W. 't is zo gelegen:
Wat hebben wij nog slechte wegen.
Veel scholen, zeg ik overluid,
Die trokken reeds hun jasje uit.
- Zij -