Artikel 4»
De inning van rechten ter secretarie geschiedt door een door burgemeester
en wethouders aan te wijzen ambtenaar»
De rechten moeten aan de met de inning belaste ambtenaar worden voldaan
bij aanvraag der stukken of te verrichten werkzaamheden.
De inning van rechten wegens voltrekking van een huwelijk geschiedt door
de ambtenaar van de burgerlijke stand, aan wie de rechten moeten worden vol
daan vóór de voltrekking van het huwelijk.
Artikel 5»
De ambtenaar, die de rechten ontvangt, houdt daarvan aantekening in een
register, waarvan de bladen door de burgemeester zijn gewaarmerkt.
Hij vermeldt op het te verstrekken stuk het bedrag der rechten en stelt
desverlangd op het stuk bewijs van betaling. Kunnen bedrag en kwitantie niet
op het af te geven stuk worden gesteld, dan wordt desverlangd een gedagtekende
kwitantie afgegeven.
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat als bewijs van betaling op
het af te geven stuk of eventueel op een afzonderlijke kwitantie een door hen
vast te stellen legeszegel moet worden geplakt.
Artikel 6.
De ambtenaren, bedoeld in artikel 4, storten de door hen in het afgelopen
kwartaal ontvangen gelden binnen de eerste vijf dagen van de maanden april, juli,
oktober en januari bij de gemeente-ontvanger, onder overlegging van een gespeci
ficeerde en ondertekende staat, waarvan het model door burgemeester en wethouders
wordt vastgesteld.
De gemeente-ontvanger geeft van elke storting een bewijs af.
Artikel 7
Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Legesverordening 1964",
treedt in werking op de dag harer afkondiging en vervangt die, vastgesteld bij
raadsbesluit van 30 oktober 1958, no.17, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
31 december 1958, no.24, zoals sindsdien gewijzigd.
Grouw, 18 juni 1964»
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.