10. Voorstel tot vaststelling van voorschriften ter uitvoering van de Algemene Bijstandswet. GEMEENTE IDAARDERADEEl GROUW Aan de gemeenteraad* No.1245* Grouw, 11 juni 1964» In staatsblad no.284 van 9 juli 1963 is verschenen de Algemene Bijstands wet. Deze wet zal in werking treden op 1 januari 1965? behoudens enige bepalin gen, welke twee dagen na de datum van uitgifte van het staatsblad, dus op 11 juli 1963 in werking zijn getreden en waarop wij hierna nader terugkomen. De wet vervangt de Armenwet van 1912, krachtens welke aan de burgerlijke instellingen van weldadigheid, c.q. aan burgemeester en wethouders werd overge laten, om niet alleen de werkwijze en de organisatievorm, maar ook de mate en de wijze van onderstand naar eigen inzicht te bepalen. Een recht op onderstand van de overheid werd in strijd geacht met het subsidiaire karakter van de overheids taak en mitsdien werd ook in een beroep op een beslissing inzake ondersteuning niet voorzien. De nieuwe wet wijkt op belangrijke punten af van de Armenwet van 1912Zij gaat er van uit, dat het verlenen van bijstand een overheidstaak is; dat de ovei— heiö hiertoe een bijstandq>licht heeft, op de uitoefening waarvan beroepsmogelijk heid is gegeven en dat de bijstand uitsluitend van financiële aard is. De bijstandsplicht komt tot uitdrukking in artikel 1 der wet, luidende als volgt: 1Aan iedere Nederlander, die hier te lande in zodanige omstandigheden ver keert of dreigt te geraken, dat hij niet over middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, wordt bijstand verleend door burgemeester en wethouders. 2. De bijstand wordt afgestemd op de omstandigheden eu mogelijkheden van per soon en gezin, alsmede op het betoonde besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Hij is er op gericht, de persoon zo mogelijk in staat te stellen zelfstandig in zijn bestaan te voorzien. 3. Wij bepalen bij algemene maatregel van bestuur tot welk bedrag tenminste moet zijn voorzien in bepaalde noodzakelijke kosten van het bestaan." Hiervoor maakten wij melding van de Omstandigheid, dat de wet reeds ten dele in werking is getreden. Dit betreft het vaststellen van voorschriften be treffende de behandeling van aanvragen om bijstand (art.29) en die betreffende de behandeling van bezwaarschriften (art.38). Deze voorschriften moeten namelijk door uw college worden vastgesteld en binnen twaalf maanden na de datum van uit gifte van havengenoemd staatsblad aan Gedeputeerde Staten worden medegedeeld, derhalve vóór 11 juli 1964* Verder is hoofdstuk V van de wet "Gemeentelijke organen" op 11 juli 1963 in werking getreden, als gevolg waarvan reeds thans desgewenst een college voor de verlening van bijstand en een commissie van advies kunnen worden ingesteld. Tenslotte zal indien zulks wenselijk wordt geacht, een commissie voor de bezwaar schriften in hét leven kunnen wordèn geroepen, Alvorens dë hierboven vermelde voorschriften ex artikel 29 en 38 der wet kunnen worden geredigeerd, moet de vraag wórden beantwoord, op welke wijze de uitvoering van de wet zal geschieden. Twee mogelijkheden staan namelijk open: a. Rechtstreekse uitvoering door ons college; b. Uitvoering door een college voor de verlening van bijstand. - ïn beide -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1964 | | pagina 43