- 2 - In beide gevallen kan desgewenst gebruik worden gemaakt van een commissie van advies, welke door u zou moeten worden ingesteld en welke tot taak zal hebben, ons of het college, bedoeld onder b, zowel op verzoek als eigener beweging, van advies te dienen betreffende de algemene aspecten van de verlening van bijstand. Tevens moet een zodanige commissie worden gehoord over de op de wet steunende gemeentelijke verordeningen, over de instelling of opheffing van een college voor de verlening van bijstand en over richtlijnen betreffende de verlening van bijstand. De leden der commissie mogen geen lid van het gemeentebestuur noch in dienst der gemeente zijn. Aan een college voor de verlening van bijstand, dat door u alleen op ons voor- stel kan worden ingesteld, kunnen alle dan wel een deel van de ons bij de wet toe gekende bevoegdheden worden gedelegeerd. Hoewel de wet daarover niet spreekt, kan eventueel nog een commissie in het leven worden geroepen, die ons c.q. het college voor de verlening van bijstand ad viseert over de bezwaarschriften. De verschillende mogelijkheden tegen elkaar afwegend, zijn wij van mening, dat men in grotere gemeenten ter ontlasting van burgemeester en wethouders geporteerd kan zijn voor afstoting van de uit de Algemene Bijstandswet voortvloeiende taak naar een college voor de verlening van bijstand en dat men om dezelfde reden behoefte heeft aan de inzichten van een algemene adviescommissie en van een commissie voor de bezwaarschriften. In een gemeente van niet te grote omvang als de onze, waar burgemeester en wet houders veel dichter bij de bevolking staan, liggen de zaken meestal veel eenvoudiger en kan onzes inziens gevoeglijk aan de instelling van organen als bovenbedoeld worden voorbijgegaan. Rechtstreekse uitvoering van de wet door ons college met inschakeling van het ambtelijk apparaat van de gemeentelijke sociale dienst lijkt ons voor deze gemeente dan ook de meest aangewezen vorm. Teneinde uitvoering te geven aan de artikelen 29 en 38 der wet hebben wij de hierbij gaande verordening betreffende de behandeling van aanvragen om bijstand en de behandeling van bezwaarschriften ontworpen. Hoewel de voorschriften in het algemeen voor zichzelf spreken, laten wij hier onder ten aanzien van een enkel punt nog een toelichting volgen. Begripsbepalingen. Onder "aanvrager wordt taalkundig mede verstaan, een derde, die een aanvrage indient ten behoeve van iemand die bijstand behoeft. Blijkens de Memo rie van Toelichting op het ontwerp-Algemene Bijstandswet moet aan dat woord ook bij toepassing van deze wet die betekenis v/orden gegeven. Om te accentueren dat in prin cipe degene die bijstand behoeft de aanvrage zal indienen wordt deze in het ontwerp als aanvrager beschouwd, ook al wordt de bijstand voor hem door een derde aangevraagd Onderzoek. Mede in verband met artikel 30 der wet is in het derde lid van artikel 3 het vragen van inlichtingen en het instellen van een onderzoek beperkt tot de geval len, waarin de wet een en ander noodzakelijk maakt. Medewerking van aanvrager aan onderzoek. Naast het aanvraagformulier - op grond van artikel 22 der wet ingevoerd bij artikel 2 - is om praktische redenen bij artikel 4 een afzonderlijk inlichtingenformulier ingevoerd. Toezicht op naleving voorwaarden. Het in lid 1 van artikel 11 bedoelde toezicht heeft met name het oog op de in artikel 4 der v/et geregelde bijstand (geldlening of borg tocht) Bij de overige bijstand verdraagt een dergelijk toezicht zich in het alge meen niet met de geest van de wet. Machtiging tot inning en verrekening van inkomsten. Een machtiging tot inning en ver rekening van inkomsten, waartoe de mogelijkheid is geopend, hangt samen met artikel 59 van de wet. In gevallen, waarin terugbetaling van de bijstand duidelijk voor de hand ligt, kan door deze machtiging eventueel verhaal in rechte worden voorkomen. Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor tot vaststelling van de ont werp- verordening te besluiten. Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel, K.J.Vrijling, burgemeester. D.Smits secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1964 | | pagina 45