- 4 -
Van de in- en doorvoer van vlees of vleeswaren
Artikel 17
1. Hij,die vlees of vleeswaren vervoert, in zijn bezit of onder zijn beheer
heeft, is verplicht dit of deze op eerste vordering van de ambtenaren,
die met betrekking tot de wet opsporingsbevoegdheid hebben, te tonen en,
zo dit wordt verlangd, voor onderzoek over te brengen of fe doen over
brengen naar de plaats, door de desbetreffende ambtenaren aan te wijzen.
2. Het overbrengen moet een aanvang nemen binnen een uur, nadat de vordering
tot overbrenging werd gedaan en zonder onderbreking plaatsvinden.
3. Bij weigering of nalatigheid zal de overbrenging geschieden op kosten van
degene, die in gebreke bleef, onverminderd de strafvervolging ter zake
van de weigering of van de nalatigheid.
Artikel 18.
1. Behoudens het bepaalde in artikel 9 van de wet, is ieder, die vlees van
buiten een der tot de vleeskeuringsdienst behorende gemeenten in de gemeen
te invoert, verplicht dit vlees zonder oponthoud langs de kortste, open
bare weg te vervoeren naar de plaats, bedoeld in artikel 8, vierde lid.
2. Het is verboden vlees in of door te voeren op andere dagen of op andere
uren, dan die, waarop het bureau van de vleeskeuringsdienst is opengesteld.
3. Het in het tweede lid bedoelde verbod geldt niet voor;
_a. vlees, dat door middel van een openbaar middel van vervoer wordt door-
gevoerd of ingevoerd, in welk laatste geval het vlees gedurende de tijd,
dat de invoer is verboden, niet uit de expeditieruimten van de vervoers
diensten mag worden weggevoerd, tenzij met vergunning van de directeur.
b_. vlees, als bedoeld in artikel 9 van de wet;
c_. vlees, dat wordt vervoerd ter aflevering aan een destructor;
cl. vlees, dat is voorzien van het merk, bedoeld in artikel 38 van het be
sluit van êên der tot de vleeskeuringsdienst behorende gemeenten;
_e. vlees, dat de gemeente rechtstreeks wordt doorgevoerd, indien ten ge
noegen van de ambtenaren, die met betrekking tot de wet opsporingsbe
voegdheid bezitten, kan worden aangetoond, dat het niet is bestemd voor
invoer in de gemeente;
_f. vlees, dat onder nader door burgemeester en wethouders te stellen voor
waarden tijdelijk in een koel- of vriesinrichting in de gemeente wordt
opgeslagen.
4. Ieder, die overeenkomstig artikel 9 van de wet vlees invoert, moet zijn
voorzien van een schriftelijke opgave van de namen en adressen van de per
sonen, voor wie het vlees is bestemd en van de personen, door wie het vlees
is afgezonden en deze opgave op eerste vordering aan de ambtenaren, die met
betrekking tot de wet opsporingsbevoegdheid bezitten, tonen.
Van gestorven en in nood gedode slachtdieren.
Artikel 19
De eigenaar of houder van een gestorven of in nood gedood slachtdier,
die de bedoeling heeft dit af te slachten of te doen afslachten, is verplicht
dit, met inachtneming van de bepalingen van de Veewet, uiterlijk binnen vier
entwintig uur na het waarnemen van de dood of na het doden, langs de kortste
openbare weg in een dicht transportmiddel, dan wel goed afgedekt, te vervoe
ren of te doen vervoeren naar de openbare noodslachtplaats te Oldeboorn.
- Van het -