- 2 -
De voorzitter antwoordt, dat het onderwijs in lichamelijke oefening be
hoort tot de normale taak van de onderwijzers, waarvoor zij geen extra salaris
ontvangen.
De heer Van de Lageweg informeert, wie de salarissen van de vakonder^-
wijzers "betaalt, het rijk of de gemeente.
De voorzitter antwoordt, dat de salarissen van de vakonderwijzers uit de
gemeentekas betaald moeten worden. Doch al zou het rijk de vakonderwijzers be
kostigen, dan zou aanstelling van een vakonderwijzer voor het gewoon lager
onderwijs niet mogelijk zijn, omdat geen kandidaat daarvoor beschikbaar is.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten.
6. Voorstel inzake vaststelling van een huurverlaging en het verlenen van een
bejaardenbijdrage ten behoeve van de bewoners van 6 bejaardenwoningen te
Wartena
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voot-
stel besloten.
7Voorstel tot het aangaan van een rekening-courantovereenkomst met de N.V.
Bank voor Nederlandse Gemeenten te s-Gravenhage.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.
8. Voorstel tot garantie van een door de Stichting Sportcentrum te Grouw te
sluiten geldlening.
De heer Van de Lageweg vraagt of de Stichting ook tot reglementswijziging
moet overgaan in verband met het bepaalde sub d, omdat de gemeente de be
voegdheid verkrijgt, zich in het bestuur van de Stichting te doen vertegen
woordigen.
De voorzitter acht reglementswijziging niet nodig, omdat de vertegen
woordiger van de gemeente niet tevens lid van het bestuur wordt.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten.
9Voorstel tot intrekking van het raadsbesluit van 18 maart 1964, n0,
tot onteigening in het belang der volkshuisvesting van een tweetal perceels
gedeelten grond, gelegen in het uitbreidingsplan voor het dorp Roordahuizum.
Zon(ier discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.
10. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing van be-
graf eni srecht en
Mevrouw Kuiper zegt, dat zij met de verhoogde bedragen in de verordening
akkoord gaat. Zij heeft in de verordening een regeling omtrent de plaatsing
van urnen gemist. Moet dit nog niet geregeld worden, vraagt spreekster
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders daaraan wel hebben
gedacht bij de behandeling van deze verordening. Vooralsnog achten zij rege
ling in de verordening niet nodig, omdat in voorkomende gevallen de urnen
worden geplaatst op reeds aangekochte graven. In het ontwerp van een nieuwe
begraafplaats is een afzonderlijke afdeling voor urnen opgenomen.
pe heer Van de Lageweg vindt, dat de nieuwe verordening voor belangheb
benden een geweldige belastingverhoging betekent. Het recht voor het delven
van een graf bijvoorbeeld is verhoogd van f.8.— tot f.60.—Een verhoging,
die huiveringwekkend is. Moet dat nu zo, vraagt spreker. De loonkosten zijn
hoog, f.6.- per uur, maar spreker vindt het niet juist deze volledig door
te berekenen. Hij voelt er meer voor de bedragen te halveren.
Mevrouw Spijkstra vindt het recht voor het stichten van een grafkelder,
voorheen f.40.- en thans f.50.- bedragende, in verhouding tot de overige
rechten aan de lage kant.
- De heer Hondema -