- 8 -
Wethouder de Jong .legt de klemtoon op de rijksoverheid, die in hoge mate
in gebreke is. Als wethouder voelt hij echter de plicht om uit te voeren
wat nog mogelijk is. Daarom ziet hij de voorgenomen verhoging van de weg-
belasting als noodzakelijk, ook al zal hij daardoor boze gezichten krijgen.
Bij de artikelsgewijze behandeling van de begroting, zegt de heer Honderna,
dat hij verleden jaar al gewezen heeft op de te lage huur, welke voor het
gebruik van politielokaliteiten en arrestantencellen in het gemeentehuis
wordt gevraagd. Spreker meent, dat de huur verhoogd zou worden, maar uit
de begroting blijkt dit nog niet.
De voorzitter antwoordt, dat dezer dagen de nieuwe huur is vastgesteld en
aangepast aan de reële kostprijs, in totaal f 900,per jaar, zulks
vanaf 1 januari j.l. De begroting zal op dit punt nog gewijzigd worden.
De heer Van der Hem zegt bij de post presentiegelden, dat verleden jaar
al besloten is verhoging van het presentiegeld voor de raadsleden te be
pleiten, zoals de heer Postma terecht heeft opgemerkt. Een verhoging van
het presentiegeld acht hij wel gerechtvaardigd, in aanmerking nemende, dat
bijvoorbeeld in een gemeente als Baarderadeel het bedrag tot f 17.80 is
opgetrokken.
Wethouder De Jong meent, dat Gedeputeerde Staten aan de beantwoording van
het verleden jaar ingediende verzoek moeten worden herinnerd.
De raad stemt hiermee in.
De heer Van der heer vindt het niet logisch, dat voor de vergadering van
het georganiseerd overleg geen presentiegeld wordt uitbetaald.
De voorzi tter antwoordt, dat hiervoor een post voor loonderving is geraamd.
De leden van deze commissie kunnen dus loonderving in rekening brengen.
Bij de post Advertentiekosten zegt mevrouw Spijkstra, dat er onlangs twee
advertenties van de gemeente in dezelfde krant stonden. Had dit niet in
êên advertentie gekund?
De voorzitter antwoordt, dat dit waarschijnlijk advertenties over uit
breidingsplannen zijn geweest. Daarbij zijn de gemeenten aan voorschriften
gebonden.
De heer Van der f eer acht het nodig, dat de straatverlichting in Roorda-
huizum op enkele plaatsen wordt verbeterd door het aanbrengen van nacht-
branders, onder meer Dij de bejaardenwoningen en aan de weg vanuit het
dorp naar de nieuwbouw (Lageweg).
Mevrouw Kuiper acht een nachtbrander nabij de pont in de Troelstrawei
noodzakelijk.
De heer Van der Hem vindt de sterkte van de lampen onvoldoende.
De voorzitter neemt hiervan nota en zegt een onderzoek toe.
De heer Postma vraagt bij de post Rattenbestrijding, of de verplichtingen
daaromtrent in het Timertsmeer wel worden nagekomen
De voorzitter antwoordt, dat de rattenbestrijding daar thans flink wordt
aangepakt. De post aanschaffing van bestrijdingsmiddelen is voor dit jaar
twee maal zo hoog geraamd als verleden jaar is uitgegeven.
Mevrouw Spijkstra zegt, dat er geen post voor het maaien van de bermen is
uitgetrokken. Zij vraagt het college meer aandacht te willen schenken aan
het maaien. Verleden jaar is de J.W.de Visserwei ook al niet gemaaid.
De voorzitter antwoordt, dat het onderhoud van de bermen gerekend wordt als
algemeen onderhoud van wegen en voetpaden en niet afzonderlijk geraamd is.
Wanneer wij de middelen niet hebben voor een goed onderhoud van de wegen,
zal het wel moeilijk zijn geld inde bermen te steken. Er is ook niemand te
vinden, die dit wil pachten, zoals vroeger gebeurde.
Mevrouw Spijkstra vindt de voor schoolbehoeften uitgetrokken post te laag.
Zodra dit bedrag hoger gesteld kan worden, verzoekt zij het college daai>-
voor overleg te plegen met de hoofden van scholen; de leermiddelen worden f
De heer Hondema hoopt niet, dat de scholen al teveel de dupe worden van de
slechte financiële toestand.
f"steeds duurder.
- De voorzitter -