V
Notulen van de openbare vergadering van de raad
der gemeente Idaarderadeel op woensdag 13 oktober
GEMEENTE IDAARDERADEEL 1965a avonds 8 uur.
GROUW
Aanwezig s mevrouw G.Kuiper-Koopstra, mevrouw J.Spijkstra-Nijdam en de heren
S.K.de Jong, E.Wartena, A.Hondema, Joh.van der Meer, K.Postma, B.
Elsenga, S.de Boer, J.Bouma, J.Sjoerdsma, P.van der Hem en H.van
de Lageweg.
Voorzitter; K.J.Vrijling, burgemeester.
Secretaris: D.Smits.
Opening.
De voorzitter opent de vergadering en stelt aan de orde:
1Notulen.
De notulen van de vergadering van 8 september 1965 worden zonder discus
sie en zonder hoofdelijke stemming onveranderd vastgesteld.
2. Mededelingen
worcèn aangenomen voor kennisgeving.
De heer De Boer deelt mede, dat het besproeien van het rijwielpad al
heeft plaats gehad. Het heeft wel resultaat gehad.
3. Ingekomen stukken.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.
4« Voorstel tot hernieuwde vaststelling van de verordening op de heffing van
bruggelden.
De heer Postma vraagt of er ook bruggeld verschuldigd is voor de brug
over de Meanewei.
De voorzitter antwoordt, dat de Feaneweibrug er niet onder valt? het be
treft alleen de gemeentelijke bruggen in Warga en Wartena.
De heer Van de lageweg vindt het minimum bedrag ad f 0,10 voor de luxe
vaartuigen veel te laag. Hij acht het redelijk, dat de pleziervaart, met
name de grote kapitale boten, meer bijdragen in de hogere kosten van onde:r-
houd en investering van de bruggen. Spreker zou het tarief voor deze sche
pen willen verhogen. Deze botenbezitters kunnen het wel betalen.
De heer De Boer zegt, dat hij het persé niet eens is met de heer Van de
Lageweg. Ons streven moet er op gericht zijn om tollen en bruggelden op te
heffen, gemeentelijk, provinciaal en landelijk. De heffingen, die er nog
zijn, moeten op den duur helemaal verdwijnen. Wanneer zulks op dit moment
om financiële redenen niet mogelijk is, zal het geldende tarief, zoals door
burgemeester en wethouders wordt voorgesteld, voorlopig gehandhaafd moeten
worden. Spreker is tegen verhoging van het tarief.
De voorzitter vraagt, welke tariefswijziging de heer Van de Lageweg wenst
in te voeren.
De heer Van de Lageweg stelt voor het tarief voor pleziervaartuigen te
verhogen tot f 0,25. De heer De Boer mag principieel een ander standpunt
huldigen, maar daarmede wordt geen bijdrage geleverd in de hoge kosten van
de bruggen.
De heer De Boer: "Men kan de vraag stellen: is de brug er ten behoeve
van de schepen of ten behoeve van het wegverkeer".
De voorzitter zegt, dat deze kwestie niet nieuw is. In het verleden is
in verschillende kringen dikwijls getheoretiseerd over de vraag hoe men een
waterweg moet beschouwen ten opzichte van een landweg. Staat men op het
- standpunt -